Wanneer je als fotograaf een start maakt met modelfotografie is het poseren waarschijnlijk de moeilijkste hindernis die je zult moeten overwinnen.
Je kunt natuurlijk beginnen met het uit je hoofd leren van honderden poses en variaties voor iedere situatie die je met je modelfotografie zult tegenkomen maar dit is een lange en zware weg.
Een betere en snellere start is de weg van "achteruit analyseren". Wanneer je eenmaal weet welke fouten je zeker moet voorkomen bij het poseren, wordt een goede pose al een stuk gemakkelijker. Er zijn zes aandachtpunten, de "zes doodzondes bij poseren" die je moet vermijden voor een goede start voor een verkoopbare opname van je model.
Deze zes punten zijn:
1) Zorg er voor dat het gezicht nooit is afgewend van het hoofdlicht.
2) Zorg er voor dat de schouders, taille en heupen nooit parallel lopen met de camera.
3) Zorg er voor dat de armen nooit tegen het lichaam aan liggen.
4) Zorg er voor dat het model haar/zijn kin niet te laag houdt anders verdwijnt het 'catchlight' van het hoofdlicht uit de ogen.
5) Zorg er voor dat de ruggegraat geen verticale lijn en de schouders geen horizontale lijn vormen in de opname.
6) Zorg er voor dat je nooit een expresie op jou gezicht hebt die je niet op het gezicht van je model wilt zien.
Maak je deze 6 aandachtspunten eigen zodat je ze bij jou volgende shoot kunt vermijden. Je zult zien dat de kwaliteit van je portretten direct naar een hoger level worden getild.
Tot de volgende keer,
Peter Schijven.
Welkom op mijn weblog over fotografie. Op dit blog wil ik mijn ervaringen en opgedane kennis als beroepsfotograaf delen met anderen. Met regelmaat zal ik hier artikelen plaatsen over verschillende onderwerpen binnen de digitale fotografie. Veel leesplezier en kom regelmatig nog eens terug of nog beter, wordt een vaste volger van mijn blog.
zondag 16 oktober 2011
maandag 22 augustus 2011
Kleurengels
In mijn vorige blog heb ik gesproken over één van de kenmerken van licht, namelijk de kleur en met name de kleurtemperatuur. We hebben gezien dat in tegenstelling tot onze hersenen, de camera exact de kleurtemperatuur registreert zoals deze op dat moment is.
Door middel van het instellen van de witbalans op onze camera kunnen we een correctie toepassen zodat de kleuren weer neutraal worden en wit als wit wordt gezien. Ook hebben we gezien dat wanneer we verschillende lichtsoorten met elkaar mengen, bijvoorbeeld het licht van onze reportageflitser met het warme omgevingslicht van kunstlicht (gloeilampen) we een en ander met elkaar in balans moeten brengen voor een goed eindresultaat.
Dit in balans brengen van twee lichtbronnen doen we met kleurcorrectiefilters (gels) op onze flitser. Zo kunnen we in een omgeving met warm kunstlicht (tungsten) onze flitser(s) voorzien van een kleurenfilter genaamd Full CTO. Dit filter zorgt ervoor dat de kleurtemperatuur van onze flitser verandert naar de kleurtemperatuur van kunstlicht (gloeilamp).
Maar waar kopen we nu deze filters?
Tijdens mijn workshop "Flitsen of Strobisten" krijg ik steeds weer de vraag waar je deze kleurengels voor de reportageflitser kunt kopen. Tot op heden verwees ik mijn cursisten naar de producten van Honl. Het merk Honl heeft een aantal sets van correctie- en effectfilters.
Ik zeg tot op heden aangezien ik sinds kort een leverancier heb gevonden van kleurenfilters die, compleet en betaalbaar zijn en bovendien van een zeer goede kwaliteit.
Ik heb het dan over het bedrijf Halcyon. Ze zijn gevestigd in Friesland en hun website is www.halcyon.nl .
Naast losse filters verkopen ze een aantal goed samengestelde sets. Voor wat betreft de sets kun je kiezen uit een set correctie filters, effect filter en zogenaamde cosmetische filters. Deze laatste zijn speciaal bedoeld voor portretfotografie. Het doel van deze cosmetische filters is het corrigeren van huidtinten.
Naast de filters en filtersets, verkopen ze ook opbergmapjes en klittenbandmateriaal voor bevestiging.
Kortom een compleet assortiment voor de strobistfotograaf op het gebied van kleurenfilters. Neem eens een kijkje op hun website voor meer informatie.
Dat was de tip voor deze keer.
See you next time.
Door middel van het instellen van de witbalans op onze camera kunnen we een correctie toepassen zodat de kleuren weer neutraal worden en wit als wit wordt gezien. Ook hebben we gezien dat wanneer we verschillende lichtsoorten met elkaar mengen, bijvoorbeeld het licht van onze reportageflitser met het warme omgevingslicht van kunstlicht (gloeilampen) we een en ander met elkaar in balans moeten brengen voor een goed eindresultaat.
Dit in balans brengen van twee lichtbronnen doen we met kleurcorrectiefilters (gels) op onze flitser. Zo kunnen we in een omgeving met warm kunstlicht (tungsten) onze flitser(s) voorzien van een kleurenfilter genaamd Full CTO. Dit filter zorgt ervoor dat de kleurtemperatuur van onze flitser verandert naar de kleurtemperatuur van kunstlicht (gloeilamp).
Maar waar kopen we nu deze filters?
Tijdens mijn workshop "Flitsen of Strobisten" krijg ik steeds weer de vraag waar je deze kleurengels voor de reportageflitser kunt kopen. Tot op heden verwees ik mijn cursisten naar de producten van Honl. Het merk Honl heeft een aantal sets van correctie- en effectfilters.
Ik zeg tot op heden aangezien ik sinds kort een leverancier heb gevonden van kleurenfilters die, compleet en betaalbaar zijn en bovendien van een zeer goede kwaliteit.
Ik heb het dan over het bedrijf Halcyon. Ze zijn gevestigd in Friesland en hun website is www.halcyon.nl .
Naast losse filters verkopen ze een aantal goed samengestelde sets. Voor wat betreft de sets kun je kiezen uit een set correctie filters, effect filter en zogenaamde cosmetische filters. Deze laatste zijn speciaal bedoeld voor portretfotografie. Het doel van deze cosmetische filters is het corrigeren van huidtinten.
Naast de filters en filtersets, verkopen ze ook opbergmapjes en klittenbandmateriaal voor bevestiging.
Kortom een compleet assortiment voor de strobistfotograaf op het gebied van kleurenfilters. Neem eens een kijkje op hun website voor meer informatie.
Dat was de tip voor deze keer.
See you next time.
vrijdag 12 augustus 2011
Bestaand licht en onze flitser - De kleurtemperatuur.
Licht, voor ons fotografen is dit het belangrijkste onderwerp in onze opname. Of we nu een landschap fotograferen, een model of een aansteker op onze salontafel, zonder licht hebben we opname..
Maar wat is nu licht eigenlijk?
Licht is elektromagnetische straling in het frequentiebereik dat waarneembaar is met het menselijk oog, in het algemeen met inbegrip van infrarood licht (met een iets lagere frequentie) en ultraviolet licht, met een iets hogere frequentie. In vacuüm plant licht zich voort met de lichtsnelheid, maar daarin onderscheidt het zich niet van andere elektromagnetische straling met andere frequenties. De kleinste onderdelen waaruit licht is opgebouwd (lichtkwanta)worden fotonen genoemd. (bron: Wikipedia)
Er zijn drie variabelen die licht beschrijven 1) De lichtsterkte (amplitude) 2) De kleur (frequentie of golflengte) en 3) De polarisatie of trillingsrichting (deze staat altijd loodrecht op de voortplantingsrichting).
In dit stukje wil ik het voornamelijk hebben over de kleur.
Licht zoals wij het in het dagelijks leven om ons heen tegenkomen heeft zelden of nooit dezelfde kleur. De kleur van het licht veroorzaakt door de frequentie noemen we de kleurtemperatuur en wordt uitgedrukt in graden Kelvin (ºK). Hoe hoger de kleurtemperatuur oftewel de Kelvin waarde, hoe blauwer het licht. Hoe lager de kleurtemperatuur dus een lagere Kelvin waarde hoe meer oranje getint het licht wordt.
De kleurtemperatuur van het licht wordt bepaald door de lichtbron. Zo heeft kunstlicht bijvoorbeeld in de vorm van een gloeilamp (zolang we die nog tegenkomen) een veel lagere kleurtemperatuur dan bijvoorbeeld daglicht (waarbij de kleurtemperatuur wordt bepaald door de stand van de zon).
Het vreemde en verwarrende hierbij is dat wij een lagere kleurtemperatuur ervaren als warmer licht (misschien niet zo vreemd want een kleiner f-getal heeft ook een grotere diafragma opening dus als fotograaf zijn we wel iets gewend).
Wij zien wit licht.
De kleur van het licht dat door een vel helder wit papier weerkaatst wordt, is in feite afhankelijk van het omgevingslicht. Bij verlichting door kunstlicht is de kleur anders dan bij verlichting door daglicht. Het oog corrigeert deze schijnkleur, doordat de betreffende kleurgevoelige cellen (de kegeltjes) na korte tijd sterker uitgeput raken en minder sterke signalen naar de hersenen leiden. (bron: Wikipedia)
Welke kleurtemperatuur hoort nu bij welke lichtbron?
Ook onze camera heeft de mogelijkheid om alles in wit licht te zien ongeacht de kleurtemperatuur van de lichtbron. Dit noemen we de witbalans. Digitale camera's hebben een aantal presets waaruit we kunnen kiezen zoals: daglicht, flitslicht, bewolkt, tl-licht et cetera. Een speciale preset is de Automatische witbalans. Deze stand analyseert het licht en berekent de juiste correctie (wat overigens alleen maar goed werkt bij een gemiddelde situatie).
Maar wat nu als we lichtbronnen gaan mixen met een verschillende kleurtemperatuur?
Stel we gaan fotograferen in de zaal waar een receptie wordt gehouden met voornamelijk kunstlicht met een lage kleurtemperatuur van ongeveer 3000 graden Kelvin en we plaatsen onze reportageflitser op de camera.
We gebruiken dan een extra lichtbron met een globale kleurtemperatuur van ongeveer 5500 Kelvin. Als we bij kunstlicht dan een foto maken met een flitser dan zal de camera de witbalans corrigeren naar de kleurtemperatuur van het licht van de flitser. Het aanwezige kunstlicht wordt hierdoor geel-oranje weergegeven omdat kunstlicht een veel lagere kleurtemperatuur (ong. 3000 Kelvin) heeft dan flitslicht.
Je krijgt hierdoor grote kleurverschillen in je foto’s waardoor deze onrealistisch lijken of dat het overduidelijk is dat deze foto’s met een flitser zijn gemaakt.
Om het verschil in kleurtemperatuur in foto’s te minimaliseren, als een flitser wordt gebruikt, kun je met een kleurfilter werken. Met deze correctiefilters kunnen we de kleur van het flitslicht aanpassen naar dezelfde kleurtemperatuur van het aanwezige omgevingslicht. Deze correctiefilters (gels) bestaan uit blauwe (CTB), oranje (CTO), en groene (+Green) filters. De blauwe filters zijn geschikt voor daglicht situaties, de oranje filters passen het flitslicht aan naar kunstlicht en de groene filters geven het flitslicht eenzelfde kleur als TL-licht.
In onderstaande tabel kun je zien welke filter je in welke situatie kunt gebruiken. Hierbij is uitgegaan van Lee filters.
Uiteraard kun je deze correctiefilters ook creatief gebruiken om te gaan schuiven met de kleurtemperatuur, daarover meer in mijn volgende blog.
OK, dat was het voor deze keer. Ik hoop dat je het weer interessant hebt gevonden. Laat gerust eens een berichtje achter of wordt een vaste volger van mijn blog.
Je kunt mij ook volgen op twitter
Follow @PSPhotoDigi
Tot de volgende keer,
Peter.
Maar wat is nu licht eigenlijk?
Licht is elektromagnetische straling in het frequentiebereik dat waarneembaar is met het menselijk oog, in het algemeen met inbegrip van infrarood licht (met een iets lagere frequentie) en ultraviolet licht, met een iets hogere frequentie. In vacuüm plant licht zich voort met de lichtsnelheid, maar daarin onderscheidt het zich niet van andere elektromagnetische straling met andere frequenties. De kleinste onderdelen waaruit licht is opgebouwd (lichtkwanta)worden fotonen genoemd. (bron: Wikipedia)
Er zijn drie variabelen die licht beschrijven 1) De lichtsterkte (amplitude) 2) De kleur (frequentie of golflengte) en 3) De polarisatie of trillingsrichting (deze staat altijd loodrecht op de voortplantingsrichting).
In dit stukje wil ik het voornamelijk hebben over de kleur.
Licht zoals wij het in het dagelijks leven om ons heen tegenkomen heeft zelden of nooit dezelfde kleur. De kleur van het licht veroorzaakt door de frequentie noemen we de kleurtemperatuur en wordt uitgedrukt in graden Kelvin (ºK). Hoe hoger de kleurtemperatuur oftewel de Kelvin waarde, hoe blauwer het licht. Hoe lager de kleurtemperatuur dus een lagere Kelvin waarde hoe meer oranje getint het licht wordt.
De kleurtemperatuur van het licht wordt bepaald door de lichtbron. Zo heeft kunstlicht bijvoorbeeld in de vorm van een gloeilamp (zolang we die nog tegenkomen) een veel lagere kleurtemperatuur dan bijvoorbeeld daglicht (waarbij de kleurtemperatuur wordt bepaald door de stand van de zon).
Het vreemde en verwarrende hierbij is dat wij een lagere kleurtemperatuur ervaren als warmer licht (misschien niet zo vreemd want een kleiner f-getal heeft ook een grotere diafragma opening dus als fotograaf zijn we wel iets gewend).
Wij zien wit licht.
De kleur van het licht dat door een vel helder wit papier weerkaatst wordt, is in feite afhankelijk van het omgevingslicht. Bij verlichting door kunstlicht is de kleur anders dan bij verlichting door daglicht. Het oog corrigeert deze schijnkleur, doordat de betreffende kleurgevoelige cellen (de kegeltjes) na korte tijd sterker uitgeput raken en minder sterke signalen naar de hersenen leiden. (bron: Wikipedia)
Welke kleurtemperatuur hoort nu bij welke lichtbron?
Ook onze camera heeft de mogelijkheid om alles in wit licht te zien ongeacht de kleurtemperatuur van de lichtbron. Dit noemen we de witbalans. Digitale camera's hebben een aantal presets waaruit we kunnen kiezen zoals: daglicht, flitslicht, bewolkt, tl-licht et cetera. Een speciale preset is de Automatische witbalans. Deze stand analyseert het licht en berekent de juiste correctie (wat overigens alleen maar goed werkt bij een gemiddelde situatie).
Maar wat nu als we lichtbronnen gaan mixen met een verschillende kleurtemperatuur?
Stel we gaan fotograferen in de zaal waar een receptie wordt gehouden met voornamelijk kunstlicht met een lage kleurtemperatuur van ongeveer 3000 graden Kelvin en we plaatsen onze reportageflitser op de camera.
We gebruiken dan een extra lichtbron met een globale kleurtemperatuur van ongeveer 5500 Kelvin. Als we bij kunstlicht dan een foto maken met een flitser dan zal de camera de witbalans corrigeren naar de kleurtemperatuur van het licht van de flitser. Het aanwezige kunstlicht wordt hierdoor geel-oranje weergegeven omdat kunstlicht een veel lagere kleurtemperatuur (ong. 3000 Kelvin) heeft dan flitslicht.
Je krijgt hierdoor grote kleurverschillen in je foto’s waardoor deze onrealistisch lijken of dat het overduidelijk is dat deze foto’s met een flitser zijn gemaakt.
Om het verschil in kleurtemperatuur in foto’s te minimaliseren, als een flitser wordt gebruikt, kun je met een kleurfilter werken. Met deze correctiefilters kunnen we de kleur van het flitslicht aanpassen naar dezelfde kleurtemperatuur van het aanwezige omgevingslicht. Deze correctiefilters (gels) bestaan uit blauwe (CTB), oranje (CTO), en groene (+Green) filters. De blauwe filters zijn geschikt voor daglicht situaties, de oranje filters passen het flitslicht aan naar kunstlicht en de groene filters geven het flitslicht eenzelfde kleur als TL-licht.
In onderstaande tabel kun je zien welke filter je in welke situatie kunt gebruiken. Hierbij is uitgegaan van Lee filters.
Uiteraard kun je deze correctiefilters ook creatief gebruiken om te gaan schuiven met de kleurtemperatuur, daarover meer in mijn volgende blog.
OK, dat was het voor deze keer. Ik hoop dat je het weer interessant hebt gevonden. Laat gerust eens een berichtje achter of wordt een vaste volger van mijn blog.
Je kunt mij ook volgen op twitter
Follow @PSPhotoDigi
Tot de volgende keer,
Peter.
woensdag 10 augustus 2011
Acties in Photoshop
Wanneer je ze nog nooit hebt gebruikt, raad ik je aan je eens te verdiepen in de mogelijkheden van Acties (Actions) in Photoshop.
Met deze functies kun je regelmatig terugkomende handelingen vastleggen/registreren en deze keer op keer laten uitvoeren bij andere foto's. Komt het bij jou bijvoorbeeld regelmatig voor dat je van een opname het formaat aanpast, de lagen samenvoegt en daarna het bestand als Jpeg in een bepaalde map opslaat, kun je deze handelingen eenmalig opnemen en daarna keer op keer afspelen bij volgende foto's.
Maar. Er is altijd een maar. Bepaalde zaken worden letterlijk opgenomen in je Actie. Wanneer je bijvoorbeeld het Tekst gereedschap gebruikt en op een bepaalde plaats in de opname een tekst typt, dan zal iedere volgende keer op exact de zelfde plaats de zelfde tekst worden geplaatst wanneer je deze Actie gebruikt.
Zo ook bij het selecteren van een laag. Wanneer je bij het opnemen van je Actie een bepaalde laag selecteert bijvoorbeeld laag: "Huisje Wit" terwijl je eigenlijk de derde laag van beneden bedoelt, dan zal de Actie bij een volgende opname als deze niet de laag bevat met de naam "Huisje Wit" een foutmelding geven.
Om dit te voorkomen kun je bij het selecteren van lagen een aantal "keyboard shortcuts" gebruiken. Je hebt dan geen probleem meer met de benaming van de laag waardoor je Actie in alle opnamen bruikbaar zijn.
De Shortcuts zijn:
Alt + "[" of "]" selecteert de laag boven of onder de huidige laag
Alt + Shift + "[" "]" selecteert huidige laag + laag onder de huidige laag of huidige laag + laag boven de huidige laag. Als de huidige laag de onderste of de bovenste laag is gaat Photoshop verder met de bovenste resp. onderste laag.
Alt + "," of "." selecteert de onderste respectievelijk. bovenste laag.
Alt + Shift + "," of "." selecteert vanaf huidige laag t/m onderste laag respectievelijk huidige laag t/m bovenste laag.
OK, dat was mijn tip voor Photoshop voor deze keer. Ik denk een paar handige keyboard shortcuts zowel wanneer je lagen wilt gebruiken in je Acties, maar ook gewoon tijdens je dagelijks werk met lagen in Photoshop.
Ik hoop dat je het weer interessant hebt gevonden.
Tot de volgende keer.
Met deze functies kun je regelmatig terugkomende handelingen vastleggen/registreren en deze keer op keer laten uitvoeren bij andere foto's. Komt het bij jou bijvoorbeeld regelmatig voor dat je van een opname het formaat aanpast, de lagen samenvoegt en daarna het bestand als Jpeg in een bepaalde map opslaat, kun je deze handelingen eenmalig opnemen en daarna keer op keer afspelen bij volgende foto's.
Maar. Er is altijd een maar. Bepaalde zaken worden letterlijk opgenomen in je Actie. Wanneer je bijvoorbeeld het Tekst gereedschap gebruikt en op een bepaalde plaats in de opname een tekst typt, dan zal iedere volgende keer op exact de zelfde plaats de zelfde tekst worden geplaatst wanneer je deze Actie gebruikt.
Zo ook bij het selecteren van een laag. Wanneer je bij het opnemen van je Actie een bepaalde laag selecteert bijvoorbeeld laag: "Huisje Wit" terwijl je eigenlijk de derde laag van beneden bedoelt, dan zal de Actie bij een volgende opname als deze niet de laag bevat met de naam "Huisje Wit" een foutmelding geven.
Om dit te voorkomen kun je bij het selecteren van lagen een aantal "keyboard shortcuts" gebruiken. Je hebt dan geen probleem meer met de benaming van de laag waardoor je Actie in alle opnamen bruikbaar zijn.
De Shortcuts zijn:
Alt + "[" of "]" selecteert de laag boven of onder de huidige laag
Alt + Shift + "[" "]" selecteert huidige laag + laag onder de huidige laag of huidige laag + laag boven de huidige laag. Als de huidige laag de onderste of de bovenste laag is gaat Photoshop verder met de bovenste resp. onderste laag.
Alt + "," of "." selecteert de onderste respectievelijk. bovenste laag.
Alt + Shift + "," of "." selecteert vanaf huidige laag t/m onderste laag respectievelijk huidige laag t/m bovenste laag.
OK, dat was mijn tip voor Photoshop voor deze keer. Ik denk een paar handige keyboard shortcuts zowel wanneer je lagen wilt gebruiken in je Acties, maar ook gewoon tijdens je dagelijks werk met lagen in Photoshop.
Ik hoop dat je het weer interessant hebt gevonden.
Tot de volgende keer.
maandag 25 juli 2011
De kracht van een fotografische visie
Wanneer je als fotograaf gebruik maakt van je fotografische visie, dan heb je een duidelijk beeld van het eindresultaat (de foto) bij het bekijken van je onderwerp. De drie stappen die je gebruikt bij een fotografische visie zijn:
1- Een duidelijk beeld vormen van het onderwerp in al zijn aspecten.
2- Je een voorstelling maken van het eindresultaat, de foto
3- Weten hoe je met welke middelen het gewenste beeld kunt bereiken.
Wanneer je fotografeert zonder je van te voren een beeld te vormen van het gewenste eindresultaat (pre-visualisatie) is het moeilijk zo niet onmogelijk om de juiste keuze te maken voor de toe te passen techniek en/of de te gebruiken hulpmiddelen (brandpunt, filters et cetera). Wanneer je weet wat je wilt bereiken met het onderwerp kun je de juiste keuzes maken om het eindresultaat te bereiken.
Soms ontstaan foto's gewoon bij toeval, een reactie op een situatie die zich plotseling voordoet. Daar is verder niets mis mee. Echter, heel vaak kunnen foto's verbeterd worden door er vooraf meer tijd in te steken in het vormen van een beeld van het gewenste eindresultaat. Dit proces noemen we pre-visualisatie.
Je kunt de kracht van Pre-Visualisatie ontwikkelen door:
- Oefen in het bekijken van het onderwerp dat je voor je hebt, ook het niet zo voor de hand liggende analyseren.
- Bedenk waar de foto over gaat
- Werk aan het pre-visualiseren van het beeld van het eindresultaat
- Maak een stappenplan hoe je het onderwerp gaat vastleggen (voor je op de ontspanknop drukt) en verder gaat bewerken om tot het gewenste eindresultaat te komen.
Je zult merken dat wanneer je deze methode van pre-visualisatie in je fotografie gaat gebruiken je waarschijnlijk niet meer op een andere manier wilt werken. Je werk zal rijker worden en een diepere betekenis gaan krijgen aangezien er meer van jezelf in zit.
Ga de komende tijd eens gebruikmaken van pre-visualisatie voor je op de ontspanknop drukt. Je zult merken dat dit ook voor jou fotografie een verrijking zal zijn.
Dat was het weer voor deze keer, ik hoop dat je het interessant vindt.
Tot de volgende keer.
Peter
1- Een duidelijk beeld vormen van het onderwerp in al zijn aspecten.
2- Je een voorstelling maken van het eindresultaat, de foto
3- Weten hoe je met welke middelen het gewenste beeld kunt bereiken.
Wanneer je fotografeert zonder je van te voren een beeld te vormen van het gewenste eindresultaat (pre-visualisatie) is het moeilijk zo niet onmogelijk om de juiste keuze te maken voor de toe te passen techniek en/of de te gebruiken hulpmiddelen (brandpunt, filters et cetera). Wanneer je weet wat je wilt bereiken met het onderwerp kun je de juiste keuzes maken om het eindresultaat te bereiken.
Soms ontstaan foto's gewoon bij toeval, een reactie op een situatie die zich plotseling voordoet. Daar is verder niets mis mee. Echter, heel vaak kunnen foto's verbeterd worden door er vooraf meer tijd in te steken in het vormen van een beeld van het gewenste eindresultaat. Dit proces noemen we pre-visualisatie.
Je kunt de kracht van Pre-Visualisatie ontwikkelen door:
- Oefen in het bekijken van het onderwerp dat je voor je hebt, ook het niet zo voor de hand liggende analyseren.
- Bedenk waar de foto over gaat
- Werk aan het pre-visualiseren van het beeld van het eindresultaat
- Maak een stappenplan hoe je het onderwerp gaat vastleggen (voor je op de ontspanknop drukt) en verder gaat bewerken om tot het gewenste eindresultaat te komen.
Je zult merken dat wanneer je deze methode van pre-visualisatie in je fotografie gaat gebruiken je waarschijnlijk niet meer op een andere manier wilt werken. Je werk zal rijker worden en een diepere betekenis gaan krijgen aangezien er meer van jezelf in zit.
Ga de komende tijd eens gebruikmaken van pre-visualisatie voor je op de ontspanknop drukt. Je zult merken dat dit ook voor jou fotografie een verrijking zal zijn.
Dat was het weer voor deze keer, ik hoop dat je het interessant vindt.
Tot de volgende keer.
Peter
Labels:
algemeen,
compositie,
fotografie,
techniek,
tip
zondag 24 juli 2011
FV-lock - wanneer en hoe te gebruiken
Wanneer we onze camera richten op ons onderwerp en de ontspanknop half indrukken begint de ingebouwde techniek voor ons te werken. Wanneer we werken met autofocus gaat de scherpstelling aan de slag en stelt ons beeld scherp op het gekozen scherpstelpunt. De ingebouwde lichtmeter begint zijn (of is het haar?) werk te doen en geeft ons een resultaat in een diafragma en een sluitertijd.
Afhankelijk van de instelling die we hebben gekozen, spot- centrumgericht- of matrixmeting, wordt een bepaald deel van ons kader/beeld gebruikt voor het meten van het gereflecteerde licht. Na de meting kunnen we wanneer we de ontspanknop half ingedrukt houden een andere compositie in ons beeldkader maken. De gemeten waarde blijft gehandhaafd totdat we de ontspanknop loslaten of totdat we de knop helemaal indrukken en de opname maken.
We kunnen dus (en dat zullen we als fotograaf ook regelmatig doen) het gereflecteerde licht meten van ons onderwerp en daarna een andere compositie maken binnen ons beeldkader en toch een perfect belichte opname maken ook als het onderwerp hierdoor buiten het meetgebied komt van onze belichtingsmeter.
Maar hoe werkt dit nu met een flitser en TTL?
Hoe gaat dit nu in zijn werk wanneer we onze systeemflitser op de camera plaatsen en laten we zeggen een portretfoto gaan maken van tante Emma. We plaatsen tante Emma in haar woonkamer op een stoel voor de trots van haar woonkamer, de antieke notenhouten kast. Welke stappen vinden er nu allemaal plaats?
We hebben onze camera ingesteld op diafragmavoorkeuze F5.6 en onze reportageflitser op iTTL.
1- We richten onze camera op tante Emma en drukken de ontspanknop half in. De camera stelt scherp en de lichtmeter doet zijn werk en kiest een sluitertijd 1/30.
2- We houden de ontspanknop half ingedrukt en maken een nieuwe compositie met tante Emma een beetje rechts in beeld naast de prachtige met centraal op de achtergrond de prachtige kast.
3- We drukken de ontspanknop helemaal in. De flitser geeft een voorflits en het lichtmeetsysteem in de camera meet het gereflecteerde licht en bepaald in combinatie met de overige gegevens de benodigde hoeveelheid flitslicht. De sluiter gaat open, de flitser gaat af en de sluiter gaat dicht.
4- Opname gemaakt.
Het probleem dat zich nu voordoet is het feit dat het lichtmeetsysteem dat het gereflecteerde licht van de voorflits meet en analyseert, zich geheel baseert op het midden van het beeld. In ons geval dus de donkere kast i.p.v. onze tante Emma in haar zomerse jurk. Het probleem is dus dat de flitser teveel licht zal afgeven.
Hier komt FV-lock oftewel Flash Value Lock van pas. FV-lock is een onderdeel van het Nikon CLS (Creative Lighting System). De functie FV-lock kun je via een menu-keuze toewijzen aan een functieknop op je camera, lees hiervoor de handleiding van jou camera.
Wanneer je de functie FV-lock toepast, vuurt je flitser de voorflits af en berekent via het lichtmeetsysteem de gereflecteerde hoeveelheid licht. Deze waarde wordt vastgehouden totdat je de camera uitzet, de lichtmeter na een bepaalde tijd uitschakelt of totdat je wederom op de knop voor FV-lock duwt.
Hoe werkt dit in de praktijk?
Uitgaande van de zelfde situatie, richten we onze camera op tante Emma, stellen scherp en drukken op de FV-lock knop. We krijgen nu de voorflits en het resultaat wordt door het lichtmeetsysteem vastgelegd.
Vervolgens gaan we op de gewone manier verder met onze opname. We richten onze camera op tante Emma, drukken de ontspanknop half in waarbij we scherpstellen en een lichtmeting uitvoeren. Vervolgens maken we onze compositie en drukken de ontspanknop helemaal in en maken de opname.
Als resultaat hebben we nu een goed belichte opname met een flits hoeveelheid afgestemd op een goede belichting van tante Emma.
Kortom door het gebruik van de functie FV-lock kun je dus met iTTL flitsen een consistent resultaat krijgen in een serie opnames ongeacht of je in- of uitzoomt, een andere compositie maakt et cetera, zolang je maar niets verandert aan de afstand van jou (cq. de flitser) t.o.v. het onderwerp.
Belangrijk om te weten is dat de gemeten waarde door de functie FV-lock gestopt wordt wanneer de ingebouwde lichtmeter in standby gaat. De tijdsduur voor de standby stand kun je in het menu instellen. Wanneer je dus van de FV-Lock gebruikt maakt, bijvoorbeeld bij een portret serie of een serie opnames van een groep mensen is het verstandig om de tijdsduur voor het inschakelen van de standby stand iets langer te zetten (vergeet deze echter niet terug te zetten naar een kortere tijd, dat spaart de accu).
Dat was de tip voor deze keer over de FV-lock functie van het Nikon CLS systeem.
Ik hoop dat je het interessant vond en misschien tot de volgende keer.
Groetjes,
Peter
Afhankelijk van de instelling die we hebben gekozen, spot- centrumgericht- of matrixmeting, wordt een bepaald deel van ons kader/beeld gebruikt voor het meten van het gereflecteerde licht. Na de meting kunnen we wanneer we de ontspanknop half ingedrukt houden een andere compositie in ons beeldkader maken. De gemeten waarde blijft gehandhaafd totdat we de ontspanknop loslaten of totdat we de knop helemaal indrukken en de opname maken.
We kunnen dus (en dat zullen we als fotograaf ook regelmatig doen) het gereflecteerde licht meten van ons onderwerp en daarna een andere compositie maken binnen ons beeldkader en toch een perfect belichte opname maken ook als het onderwerp hierdoor buiten het meetgebied komt van onze belichtingsmeter.
Maar hoe werkt dit nu met een flitser en TTL?
Hoe gaat dit nu in zijn werk wanneer we onze systeemflitser op de camera plaatsen en laten we zeggen een portretfoto gaan maken van tante Emma. We plaatsen tante Emma in haar woonkamer op een stoel voor de trots van haar woonkamer, de antieke notenhouten kast. Welke stappen vinden er nu allemaal plaats?
We hebben onze camera ingesteld op diafragmavoorkeuze F5.6 en onze reportageflitser op iTTL.
1- We richten onze camera op tante Emma en drukken de ontspanknop half in. De camera stelt scherp en de lichtmeter doet zijn werk en kiest een sluitertijd 1/30.
2- We houden de ontspanknop half ingedrukt en maken een nieuwe compositie met tante Emma een beetje rechts in beeld naast de prachtige met centraal op de achtergrond de prachtige kast.
3- We drukken de ontspanknop helemaal in. De flitser geeft een voorflits en het lichtmeetsysteem in de camera meet het gereflecteerde licht en bepaald in combinatie met de overige gegevens de benodigde hoeveelheid flitslicht. De sluiter gaat open, de flitser gaat af en de sluiter gaat dicht.
4- Opname gemaakt.
Het probleem dat zich nu voordoet is het feit dat het lichtmeetsysteem dat het gereflecteerde licht van de voorflits meet en analyseert, zich geheel baseert op het midden van het beeld. In ons geval dus de donkere kast i.p.v. onze tante Emma in haar zomerse jurk. Het probleem is dus dat de flitser teveel licht zal afgeven.
Hier komt FV-lock oftewel Flash Value Lock van pas. FV-lock is een onderdeel van het Nikon CLS (Creative Lighting System). De functie FV-lock kun je via een menu-keuze toewijzen aan een functieknop op je camera, lees hiervoor de handleiding van jou camera.
Wanneer je de functie FV-lock toepast, vuurt je flitser de voorflits af en berekent via het lichtmeetsysteem de gereflecteerde hoeveelheid licht. Deze waarde wordt vastgehouden totdat je de camera uitzet, de lichtmeter na een bepaalde tijd uitschakelt of totdat je wederom op de knop voor FV-lock duwt.
Hoe werkt dit in de praktijk?
Uitgaande van de zelfde situatie, richten we onze camera op tante Emma, stellen scherp en drukken op de FV-lock knop. We krijgen nu de voorflits en het resultaat wordt door het lichtmeetsysteem vastgelegd.
Vervolgens gaan we op de gewone manier verder met onze opname. We richten onze camera op tante Emma, drukken de ontspanknop half in waarbij we scherpstellen en een lichtmeting uitvoeren. Vervolgens maken we onze compositie en drukken de ontspanknop helemaal in en maken de opname.
Als resultaat hebben we nu een goed belichte opname met een flits hoeveelheid afgestemd op een goede belichting van tante Emma.
Kortom door het gebruik van de functie FV-lock kun je dus met iTTL flitsen een consistent resultaat krijgen in een serie opnames ongeacht of je in- of uitzoomt, een andere compositie maakt et cetera, zolang je maar niets verandert aan de afstand van jou (cq. de flitser) t.o.v. het onderwerp.
Belangrijk om te weten is dat de gemeten waarde door de functie FV-lock gestopt wordt wanneer de ingebouwde lichtmeter in standby gaat. De tijdsduur voor de standby stand kun je in het menu instellen. Wanneer je dus van de FV-Lock gebruikt maakt, bijvoorbeeld bij een portret serie of een serie opnames van een groep mensen is het verstandig om de tijdsduur voor het inschakelen van de standby stand iets langer te zetten (vergeet deze echter niet terug te zetten naar een kortere tijd, dat spaart de accu).
Dat was de tip voor deze keer over de FV-lock functie van het Nikon CLS systeem.
Ik hoop dat je het interessant vond en misschien tot de volgende keer.
Groetjes,
Peter
woensdag 13 juli 2011
TTL flitsen - Welke stappen worden er allemaal genomen?
TTL staat voor "Through The Lens" of in goed Nederlands DDL "Door De Lens". De term heeft betrekking op de lichtmeting bij flitsfotografie en wil zeggen dat de hoeveelheid flitslicht wordt gemeten door de lens van de spiegelreflex. Bij Nikon is het iTTL bij Canon eTTL.
Binnen dit artikel ga ik uit van de werking van iTTL bij Nikon.
Van belang om te weten bij iTTL van Nikon is dat het lichtmeetsysteem van de flitser volledig is losgekoppeld van het lichtmeetsysteem van je camera. Hoewel ze beiden de zelfde sensor in de camera gebruiken, werken beide systemen geheel onafhankelijk van elkaar. Bij het iTTL-BL meetsysteem van Nikon zijn beide meetsystemen wel actief gekoppeld, in dit artikel wil ik mij echter beperken tot iTTL.
Wat gebeurt er nu allemaal wanneer je een flitsopname maakt met je flitser in iTTL mode?
Laten we uitgaan van de situatie dat we binnen fotograferen, we hebben een ISO-waarde 400 ingesteld en het diafragma staat op F5.6 en de camera staat op diafragma voorkeuze (A).
Flitser op de camera:
1) De flitser geeft een preflash
2) Het flits lichtmeetsysteem meet het gereflecteerde licht in het midden van het beeld en berekent op basis van de gegevens het output vermogen voor de hoofdflits
3) Het berekende vermogen wordt nu nog eventueel gecorrigeerd met ingevoerde correctie voor het flitsvermogen (FEC), hetzij op de flitser zelf hetzij op de camera. Bij de correctie wordt meegenomen de EC (Exposure Correction) correctie op de camera, de FEC (Flash Exposure Correction) op de camera en FEC op de flitser zelf.
4) De sluiter opent, de flitser vuurt het berekende vermogen en de sluiter sluit.
De opname is gemaakt!
Naast het plaatsen van de flitser op de camera in de zogenaamde "hotshoe", kunnen we onze Nikon flitser ook los van de camera aansturen. De iTTL informatie wordt hierbij onderling gecommuniceerd via infrarood. Binnen Nikon maken we dan gebruik van het zogenaamde CLS systeem. CLS staat voor "Creative Lighting System". Je zult begrijpen dat er binnen deze wijze van communiceren een hoop extra moet gebeuren.
Binnen dit systeem heb je een commander en remote flitsers. De "commander" kan de opklapflitser zijn van je camera, maar ook bijvoorbeeld een SB-900 of een speciale infrarood commander unit van Nikon de SU-800.
De stappen bij draadloos remote flitsen via infrarood.
1) De commander vuurt een preflash af met de opdracht voor iedere remote flitser om een preflash te geven.
2) Iedere remote groep zal om de beurt een preflash afvuren. Wanneer in een groep meerdere flitsers zitten zullen deze gelijktijdig de preflash afvuren.
3) Het iTTL meetsysteem verwerkt nu de informatie van iedere groep over het gereflecteerde licht individueel en stuurt meteen naar de groep de instelling voor het vermogen. Dit is direct ook een zwak punt binnen het systeem. Er wordt namelijk geen rekening gehouden met het licht van een eventuele andere groep flitsers waarvan het licht mogelijk op dezelfde plaats binnen het onderwerp terechtkomt. Standaard wordt er door het systeem per groep wel een onderbelichting toegepast. Dit is waarschijnlijk om dit probleem te omzeilen. Ook de commander unit krijgt instellingen voor het toe te passen flitsvermogen ingeval deze uiteraard een flitser heeft.
4) De sluiter gaat open
5) De commander stuurt weer een signaal uit voor alle groepen/flitsers om te flitsen op het ingestelde vermogen. De flitsers gaan af en de sluiter gaat dicht.
Opname gemaakt.
Je zult begrijpen dat hoe meer groepen je hebt en/of hoe meer flitsers je remote gaat aansturen hoe meer tijd de preflash sequentie en de communicatie in beslag gaat nemen. Je zult hier dus rekening mee moeten houden bij het fotograferen op deze wijze van snel bewegende onderwerpen zoals sport.
Goed dit was een klein stukje over de opbouw van iTTL communicatie bij Nikon flitsers.
Bedankt voor het lezen en tot de volgende keer.
Binnen dit artikel ga ik uit van de werking van iTTL bij Nikon.
Van belang om te weten bij iTTL van Nikon is dat het lichtmeetsysteem van de flitser volledig is losgekoppeld van het lichtmeetsysteem van je camera. Hoewel ze beiden de zelfde sensor in de camera gebruiken, werken beide systemen geheel onafhankelijk van elkaar. Bij het iTTL-BL meetsysteem van Nikon zijn beide meetsystemen wel actief gekoppeld, in dit artikel wil ik mij echter beperken tot iTTL.
Wat gebeurt er nu allemaal wanneer je een flitsopname maakt met je flitser in iTTL mode?
Laten we uitgaan van de situatie dat we binnen fotograferen, we hebben een ISO-waarde 400 ingesteld en het diafragma staat op F5.6 en de camera staat op diafragma voorkeuze (A).
Flitser op de camera:
1) De flitser geeft een preflash
2) Het flits lichtmeetsysteem meet het gereflecteerde licht in het midden van het beeld en berekent op basis van de gegevens het output vermogen voor de hoofdflits
3) Het berekende vermogen wordt nu nog eventueel gecorrigeerd met ingevoerde correctie voor het flitsvermogen (FEC), hetzij op de flitser zelf hetzij op de camera. Bij de correctie wordt meegenomen de EC (Exposure Correction) correctie op de camera, de FEC (Flash Exposure Correction) op de camera en FEC op de flitser zelf.
4) De sluiter opent, de flitser vuurt het berekende vermogen en de sluiter sluit.
De opname is gemaakt!
Naast het plaatsen van de flitser op de camera in de zogenaamde "hotshoe", kunnen we onze Nikon flitser ook los van de camera aansturen. De iTTL informatie wordt hierbij onderling gecommuniceerd via infrarood. Binnen Nikon maken we dan gebruik van het zogenaamde CLS systeem. CLS staat voor "Creative Lighting System". Je zult begrijpen dat er binnen deze wijze van communiceren een hoop extra moet gebeuren.
Binnen dit systeem heb je een commander en remote flitsers. De "commander" kan de opklapflitser zijn van je camera, maar ook bijvoorbeeld een SB-900 of een speciale infrarood commander unit van Nikon de SU-800.
De stappen bij draadloos remote flitsen via infrarood.
1) De commander vuurt een preflash af met de opdracht voor iedere remote flitser om een preflash te geven.
2) Iedere remote groep zal om de beurt een preflash afvuren. Wanneer in een groep meerdere flitsers zitten zullen deze gelijktijdig de preflash afvuren.
3) Het iTTL meetsysteem verwerkt nu de informatie van iedere groep over het gereflecteerde licht individueel en stuurt meteen naar de groep de instelling voor het vermogen. Dit is direct ook een zwak punt binnen het systeem. Er wordt namelijk geen rekening gehouden met het licht van een eventuele andere groep flitsers waarvan het licht mogelijk op dezelfde plaats binnen het onderwerp terechtkomt. Standaard wordt er door het systeem per groep wel een onderbelichting toegepast. Dit is waarschijnlijk om dit probleem te omzeilen. Ook de commander unit krijgt instellingen voor het toe te passen flitsvermogen ingeval deze uiteraard een flitser heeft.
4) De sluiter gaat open
5) De commander stuurt weer een signaal uit voor alle groepen/flitsers om te flitsen op het ingestelde vermogen. De flitsers gaan af en de sluiter gaat dicht.
Opname gemaakt.
Je zult begrijpen dat hoe meer groepen je hebt en/of hoe meer flitsers je remote gaat aansturen hoe meer tijd de preflash sequentie en de communicatie in beslag gaat nemen. Je zult hier dus rekening mee moeten houden bij het fotograferen op deze wijze van snel bewegende onderwerpen zoals sport.
Goed dit was een klein stukje over de opbouw van iTTL communicatie bij Nikon flitsers.
Bedankt voor het lezen en tot de volgende keer.
maandag 11 juli 2011
Modellendag FK-Geleen
Gisteren heb ik meegedaan aan de jaarlijkse modellendag van FK-Geleen. De modellendag vond dit jaar plaats in de tuinen van Mono Verde in Landgraaf. Deze modellendag wordt jaarlijks georganiseerd door een aantal leden van deze fotoclub, waarbij ieder jaar wordt gekozen voor een andere locatie. De opkomst was erg goed, er waren dertien leden van de fotokring en 12 modellen aanwezig.
Ik heb deze dag samengewerkt met Theo van Mourik. We wilden beide gebruik maken van de diverse strobisttechnieken dus was dit eigenlijk wel een logische keuze, daarnaast zitten Theo en ik v.w.b. fotografie wel redelijk op een zelfde golflengte met toch wel ieder duidelijk een eigen insteek en benadering van het onderwerp/model.
Nu is mijn gevoel bij modellendagen nooit erg geweldig.
Ik vind het een hele klus om tijdens zo'n dag tot geweldige resultaten te komen. Vaak komen dit soort dagen neer op het maken van een aantal mooie plaatjes van mooie modellen/meisjes (hoewel ik wederom tot de conclusie ben gekomen dat mooi wel een heel relatief begrip is) op een mooie locatie.
Door de tijdsdruk kun je niet echt aan een doordacht concept werken.
Zowel fotograaf als model moeten gedurende zo'n dag topprestaties leveren. In een tijdsbestek van pakweg 1½ uur moet je 1)elkaar leren kennen, 2) een geschikte plek binnen de locatie vinden, 3) een beeld verzinnen dat je samen wilt neerzetten en 4) tot het gewenste beeld komen in het eindresultaat. En dan heb ik het nog niet over het kiezen van de juiste kleding en props.
Kortom een topprestatie op hoog niveau, waarbij de kans van slagen op voorhand al redelijk klein is. Maar toch!
Theo en ik hadden het geluk dat we als eerste binnen het restaurant van Mondo Verde al snel de keuze hadden gemaakt om daar te beginnen. Er was mooi licht aanwezig, mooie kleuren in de wanden en de galerij van pilaren vormde een mooi decor voor de achtergrond. Samen met de modellen Yolanda en Chantal hebben we getracht om binnen dit decor een gevoel van verlatenheid, desolaatheid neer te zetten. Eerst op een bankje langs de muur en in een tweede shoot aan een tafeltje in het restaurant waarbij we getracht hebben het beeld te vormen van een meisje dat al veel te lang op haar afspraak zit te wachten. Komt hij wel of komt hij niet?
Dit is een voorbeeld van de eerste shoot met model Chantal op het bankje in de galerij.
Voor de techneuten de strobistinfo. Op het model heb ik één enkele flitser (Yongnuo) geplaats in een softbos 40x40 cm zonder diffusiemateriaal. Ik heb dus gebruikt gemaakt van de reflectie in de softbox om het karakter van de flitser aan te passen. Ik heb gekozen voor één van de klassieke belichtingsstijlen namelijk "Rembrandt licht". De achtergrond heb ik 1½ stop onderbelicht.
Dit is dan ook eigenlijk mijn tip die ik wil meegeven. Wanneer je het pad opgaat van modelfotografie. Werk dan naar een moment toe waarop je niet langer meer genoegen neemt met "gewoon" maar fotograferen van leuke mooie (jonge) modellen, maar bedenk eventueel samen met je model een concept of een idee dat je wilt uitbeelden. Zoek daar de juiste locatie en props bij en ga samen werken aan het eindresultaat. Je zult zien dat dit je veel meer voldoening zal gaan geven dan gewoon het zoveelste plaatje van een knap gezicht.
OK, dat was het voor deze keer,
See you next time.
Ik heb deze dag samengewerkt met Theo van Mourik. We wilden beide gebruik maken van de diverse strobisttechnieken dus was dit eigenlijk wel een logische keuze, daarnaast zitten Theo en ik v.w.b. fotografie wel redelijk op een zelfde golflengte met toch wel ieder duidelijk een eigen insteek en benadering van het onderwerp/model.
Nu is mijn gevoel bij modellendagen nooit erg geweldig.
Ik vind het een hele klus om tijdens zo'n dag tot geweldige resultaten te komen. Vaak komen dit soort dagen neer op het maken van een aantal mooie plaatjes van mooie modellen/meisjes (hoewel ik wederom tot de conclusie ben gekomen dat mooi wel een heel relatief begrip is) op een mooie locatie.
Door de tijdsdruk kun je niet echt aan een doordacht concept werken.
Zowel fotograaf als model moeten gedurende zo'n dag topprestaties leveren. In een tijdsbestek van pakweg 1½ uur moet je 1)elkaar leren kennen, 2) een geschikte plek binnen de locatie vinden, 3) een beeld verzinnen dat je samen wilt neerzetten en 4) tot het gewenste beeld komen in het eindresultaat. En dan heb ik het nog niet over het kiezen van de juiste kleding en props.
Kortom een topprestatie op hoog niveau, waarbij de kans van slagen op voorhand al redelijk klein is. Maar toch!
Theo en ik hadden het geluk dat we als eerste binnen het restaurant van Mondo Verde al snel de keuze hadden gemaakt om daar te beginnen. Er was mooi licht aanwezig, mooie kleuren in de wanden en de galerij van pilaren vormde een mooi decor voor de achtergrond. Samen met de modellen Yolanda en Chantal hebben we getracht om binnen dit decor een gevoel van verlatenheid, desolaatheid neer te zetten. Eerst op een bankje langs de muur en in een tweede shoot aan een tafeltje in het restaurant waarbij we getracht hebben het beeld te vormen van een meisje dat al veel te lang op haar afspraak zit te wachten. Komt hij wel of komt hij niet?
Dit is een voorbeeld van de eerste shoot met model Chantal op het bankje in de galerij.
Voor de techneuten de strobistinfo. Op het model heb ik één enkele flitser (Yongnuo) geplaats in een softbos 40x40 cm zonder diffusiemateriaal. Ik heb dus gebruikt gemaakt van de reflectie in de softbox om het karakter van de flitser aan te passen. Ik heb gekozen voor één van de klassieke belichtingsstijlen namelijk "Rembrandt licht". De achtergrond heb ik 1½ stop onderbelicht.
Dit is dan ook eigenlijk mijn tip die ik wil meegeven. Wanneer je het pad opgaat van modelfotografie. Werk dan naar een moment toe waarop je niet langer meer genoegen neemt met "gewoon" maar fotograferen van leuke mooie (jonge) modellen, maar bedenk eventueel samen met je model een concept of een idee dat je wilt uitbeelden. Zoek daar de juiste locatie en props bij en ga samen werken aan het eindresultaat. Je zult zien dat dit je veel meer voldoening zal gaan geven dan gewoon het zoveelste plaatje van een knap gezicht.
OK, dat was het voor deze keer,
See you next time.
woensdag 6 juli 2011
Compositieregel - De Diagonaal Methode
Binnen de fotografie zijn er een aantal regels met betrekking tot compositie die we regelmatig horen. Zo hebben we allemaal wel eens gehoord van de "Regel van Derden", "De Gulden Snede", "Invoerende Diagonalen" et cetera.
Een compositie regel die bij velen niet zo bekend is, maar toch van groot belang kan zijn is "De Diagonaal Methode", niet te verwarren met de regel van Invoerende Diagonalen.
De Diagonaal Methode is ontdekt door Edwin Westhoff. Op zijn website www.diagonaalmethode.nl kun je zeer uitgebreid lezen hoe hij tijdens zijn onderzoek deze compositie methode heeft ontdekt. Ook zijn er talloze voorbeelden te zien binnen de reclamewereld, fotografie maar ook bijvoorbeeld de schilderkunst waar deze compositie methode bewust of onbewust is toegepast.
De technische kant van deze methode is vrij simpel uit te leggen: vanuit elke hoek van een rechthoekig of vierkant tweedimensionaal werkstuk (zoals een foto of een schilderij) kunnen we de bissectrice of deellijn tekenen. Dit is de lijn die de hoek van 90 graden verdeelt in twee gelijke delen van 45 graden. Deze lijnen zijn tegelijkertijd de meetkundige diagonalen (vandaar de naam "Diagonaal Methode") van de twee vierkanten die elkaar overlappen in een rechthoek.
Uit het onderzoek bleek dat kunstenaars en fotografen details die zij belangrijk vonden/vinden, zoals ogen, op deze Diagonalen plaatsten, met een afwijking van max. 1 á 1,5 mm op A4 formaat.
Kunstenaars, maar ook bekijkers van kunstwerken, volgen blijkbaar deze bissectrices of Diagonalen, zodat details op deze posities, onmiddellijk opvallen.
Bij de Diagonaal Methode gaat het dus om het plaatsen op de lijnen van details, die om wat voor reden dan ook belangrijk zijn in een opname. Deze methode is dus ook een subjectieve methode.
De Diagonaal Methode is goed toepasbaar binnen de fotografie aangezien het kleinbeeld formaat een verhouding heeft van 2:3. Binnen deze rechthoek kun je twee vierkanten tekenen die elkaar overlappen (zie bovenstaande figuur).
Edwin ontdekte dat kunstenaars zoals Rembrandt en beroemde fotografen, maar ook amateurfotografen, vaak details op de diagonalen plaatsten van deze overlappende vierkanten.
Elke positie op de Diagonalen is mogelijk om details op te plaatsen. In deze figuur zien we dergelijke mogelijke posities, aangegeven door de kleine cirkels op de Diagonalen.
De Diagonaal Methode begint langzaam maar zeker een steeds belangrijkere rol in te nemen bij de compositie van een beeld binnen de fotografie. Inmiddels is in Lightroom standaard een overlay bij het "croptool" ingebouwd om bij het maken van een uitsnede van een opname rekening te kunnen houden met deze Diagonaal Methode.
Wil je meer weten over de Diagonaal Methode bezoek dan zeker de website van Edwin Westhoff, hier vindt je uitgebreide informatie en voorbeelden.
www.dediagonaalmethode.nl
Bekijk je foto's nog eens kritisch met de Diagonaal Methode in je achterhoofd (of gebruik de overlay in Lightroom). Misschien pas je deze methode al onbewust toe, of misschien zie je dan mogelijkheden om door deze methode je foto's nog krachtiger te maken.
OK, dat was het weer voor deze keer.
See you next time.
Een compositie regel die bij velen niet zo bekend is, maar toch van groot belang kan zijn is "De Diagonaal Methode", niet te verwarren met de regel van Invoerende Diagonalen.
De Diagonaal Methode is ontdekt door Edwin Westhoff. Op zijn website www.diagonaalmethode.nl kun je zeer uitgebreid lezen hoe hij tijdens zijn onderzoek deze compositie methode heeft ontdekt. Ook zijn er talloze voorbeelden te zien binnen de reclamewereld, fotografie maar ook bijvoorbeeld de schilderkunst waar deze compositie methode bewust of onbewust is toegepast.
De technische kant van deze methode is vrij simpel uit te leggen: vanuit elke hoek van een rechthoekig of vierkant tweedimensionaal werkstuk (zoals een foto of een schilderij) kunnen we de bissectrice of deellijn tekenen. Dit is de lijn die de hoek van 90 graden verdeelt in twee gelijke delen van 45 graden. Deze lijnen zijn tegelijkertijd de meetkundige diagonalen (vandaar de naam "Diagonaal Methode") van de twee vierkanten die elkaar overlappen in een rechthoek.
Uit het onderzoek bleek dat kunstenaars en fotografen details die zij belangrijk vonden/vinden, zoals ogen, op deze Diagonalen plaatsten, met een afwijking van max. 1 á 1,5 mm op A4 formaat.
Kunstenaars, maar ook bekijkers van kunstwerken, volgen blijkbaar deze bissectrices of Diagonalen, zodat details op deze posities, onmiddellijk opvallen.
Bij de Diagonaal Methode gaat het dus om het plaatsen op de lijnen van details, die om wat voor reden dan ook belangrijk zijn in een opname. Deze methode is dus ook een subjectieve methode.
De Diagonaal Methode is goed toepasbaar binnen de fotografie aangezien het kleinbeeld formaat een verhouding heeft van 2:3. Binnen deze rechthoek kun je twee vierkanten tekenen die elkaar overlappen (zie bovenstaande figuur).
Edwin ontdekte dat kunstenaars zoals Rembrandt en beroemde fotografen, maar ook amateurfotografen, vaak details op de diagonalen plaatsten van deze overlappende vierkanten.
Elke positie op de Diagonalen is mogelijk om details op te plaatsen. In deze figuur zien we dergelijke mogelijke posities, aangegeven door de kleine cirkels op de Diagonalen.
De Diagonaal Methode begint langzaam maar zeker een steeds belangrijkere rol in te nemen bij de compositie van een beeld binnen de fotografie. Inmiddels is in Lightroom standaard een overlay bij het "croptool" ingebouwd om bij het maken van een uitsnede van een opname rekening te kunnen houden met deze Diagonaal Methode.
Wil je meer weten over de Diagonaal Methode bezoek dan zeker de website van Edwin Westhoff, hier vindt je uitgebreide informatie en voorbeelden.
www.dediagonaalmethode.nl
Bekijk je foto's nog eens kritisch met de Diagonaal Methode in je achterhoofd (of gebruik de overlay in Lightroom). Misschien pas je deze methode al onbewust toe, of misschien zie je dan mogelijkheden om door deze methode je foto's nog krachtiger te maken.
OK, dat was het weer voor deze keer.
See you next time.
zondag 3 juli 2011
Het Dynamisch Bereik
Wanneer je begint met fotografie zul je al heel snel ervaren dat het eindresultaat, de foto op je beeldscherm of de afdruk, er heel anders uitziet dan zoals jij de situatie hebt gezien toen je de foto maakte. Bij een opname van je vriendin met tegenlicht heb je plotseling een silhouet terwijl jij toch echt wel details zag. Het zonovergoten landschap met een mooie lucht verandert in een landschap met een witte bovenkant. Kortom, als fotograaf registreer je de omgeving waarin je bent heel anders dan de chip van je "dure" nieuwe camera.
Hiervoor zijn twee oorzaken te noemen
- De eerste reden is het feit dat je camera zijn uiterste best zal doen om de ideale belichting voor de scene te berekenen. Er wordt gekozen voor de combinatie van diafragma en sluitertijd (met een bepaalde ISO waarde als uitganspunt) voor de gegeven situatie. Het probleem hierbij is dat alle intelligentie die in je camera zit, ontwikkeld is met als uitgangspunt een gemiddelde situatie. Je vriendin met tegenlicht of het landschap met een felle lucht is echter geen gemiddelde situatie.
- De tweede reden voor het feit dat je foto er niet zo uiziet als je had verwacht is het feit dat jij als persoon de omgeving geheel anders waarneemt dan je camera. Daar waar jij een mooi landschap ziet met een enigszins bewolkte maar wel lichte lucht, ziet je camera een mooie lucht met een te donker landschap of een mooi landschap met een uitgevreten lucht.
De belichting corrigeren biedt hier geen oplossing aangezien dat altijd ten koste gaat van een ander deel van de opname.
Het probleem is hier dat het Dynamisch Bereik groter is dan het bereik dat de camera kan registreren. Eenvoudig gezegd is het dynamisch bereik de verhoudng tussen de donkerste en de lichtste tonen in de opname. Deze verhouding wordt uitgedrukt in EV (Exposure Value). Deze EV verwijst naar combinaties van diafragma en sluitertijd bij een gegeven ISO-waarde die een zelfde belichting opleveren. Andere termen die hierbij gebruikt worden zijn f-stop en contrastverhouding.
De ontwikkeling van digitale camera's heeft de laatste jaren gigantische sprongen gemaakt. Ook op het gebied van het dynamisch bereik is er een zeer grote verbetering bereikt. Echter vergeleken met de mogelijkheden van het menselijk oog is er nog een lange weg te gaan, maar er is hoop aangezien dit bovenaan de lijst staat van de ontwikkelaars van alle grote merken.
Wanneer wj als mens een scene waarnemen zien we deze met een dynamisch bereik van 10 tot 14 EV. Houden we dan ook nog rekening met het feit dat het menselijk oog instaat is zich aan verschillende helderheidsniveaus aan te passen, hebben we al snel een bereik van 24 EV. Digitale camera's daarentegen hebben een bereik, afhankelijk van merk/model, van 5 tot 9 EV (f-stops). Wanneer onze scene dus 9 of meer EV omvat is er geen enkele mogelijkheid om deze met onze camera zondermeer te registreren. We zullen moeten uitwijken naar alternatieven. Wil je de opname toch maken zonder een alternatief te overwegen zul je moeten kiezen voor een belichting op basis van de schaduwen of voor een belichting op basis van de hoge lichten. De ene gaat altijd ten koste van de ander.
Welke alternatieven hebben we ter beschikking?
Op de eerste plaats kunnen we kiezen om te wachten. Te wachten totdat de lichtomstamdigheden zijn gewijzigd zodat het dynamisch bereik binnen het bereik van de camera valt. Je kunt wachten of een andere keer terugkomen. Helaas is dit soms geen optie. Ingeval van het mooie landschap betekend dit wachten tot de verhouding van landschap (voorgrond) en lucht binnen het dynamisch bereik van je camera valt.
Een andere optie die je hebt is het gebruik van een zogenaamd Neutral Density (ND) filter met een verloop. Dit filter heeft een verloop van donker naar transparant zodat je delen van de scene donkerder kunt maken. Deze filters (o.a.Cokin) kunnen een scene met een waarde van 1-3 EV donkerder maken. Veelal worden ze toegepast bij landschapsfotografie aangezien hierbij vaak de lucht helderder is dan de voorgrond. Uiteraard zijn ze ook in andere vormen van fotografie toepasbaar, denk aan een model in het park met een heldere lucht. Het nadeel van het gebruik van dit flter is dat het verloop en de scheidng licht/donker vast ligt. Daarom is de toepassing bij landschapsfotografie voor de hand liggend aangezien de scheiding lucht/voorgrond ook redelijk strak vast ligt.
Als laatste alternatief kun je gebruik maken van HDR (High Dynamic Range) fotografie. HDR is een samenspel van opnametechniek en postprocessing met als resultaat een goede opname van een scene met een hoog dynamisch bereik. In het kort bestaat deze techniek uit het maken van een aantal opnames van de scene met verschillende belichtingen zodat het gehele dynamisch bereik van de scene correct wordt vastgelegd. In postprocessing met bijvoorbeeld Photoshop en/of Photomatrix worden deze verschillende opnamen samengevoegd tot een boeiende opname met daarin het gehele dynamisch bereik.
In een volgende blog zal ik verder ingaan op deze boeiende HDR techniek en de bijbehorende tools zoals Photomatrix.
Dit was het voor deze keer.
See you next time.
Hiervoor zijn twee oorzaken te noemen
- De eerste reden is het feit dat je camera zijn uiterste best zal doen om de ideale belichting voor de scene te berekenen. Er wordt gekozen voor de combinatie van diafragma en sluitertijd (met een bepaalde ISO waarde als uitganspunt) voor de gegeven situatie. Het probleem hierbij is dat alle intelligentie die in je camera zit, ontwikkeld is met als uitgangspunt een gemiddelde situatie. Je vriendin met tegenlicht of het landschap met een felle lucht is echter geen gemiddelde situatie.
- De tweede reden voor het feit dat je foto er niet zo uiziet als je had verwacht is het feit dat jij als persoon de omgeving geheel anders waarneemt dan je camera. Daar waar jij een mooi landschap ziet met een enigszins bewolkte maar wel lichte lucht, ziet je camera een mooie lucht met een te donker landschap of een mooi landschap met een uitgevreten lucht.
De belichting corrigeren biedt hier geen oplossing aangezien dat altijd ten koste gaat van een ander deel van de opname.
Het probleem is hier dat het Dynamisch Bereik groter is dan het bereik dat de camera kan registreren. Eenvoudig gezegd is het dynamisch bereik de verhoudng tussen de donkerste en de lichtste tonen in de opname. Deze verhouding wordt uitgedrukt in EV (Exposure Value). Deze EV verwijst naar combinaties van diafragma en sluitertijd bij een gegeven ISO-waarde die een zelfde belichting opleveren. Andere termen die hierbij gebruikt worden zijn f-stop en contrastverhouding.
De ontwikkeling van digitale camera's heeft de laatste jaren gigantische sprongen gemaakt. Ook op het gebied van het dynamisch bereik is er een zeer grote verbetering bereikt. Echter vergeleken met de mogelijkheden van het menselijk oog is er nog een lange weg te gaan, maar er is hoop aangezien dit bovenaan de lijst staat van de ontwikkelaars van alle grote merken.
Wanneer wj als mens een scene waarnemen zien we deze met een dynamisch bereik van 10 tot 14 EV. Houden we dan ook nog rekening met het feit dat het menselijk oog instaat is zich aan verschillende helderheidsniveaus aan te passen, hebben we al snel een bereik van 24 EV. Digitale camera's daarentegen hebben een bereik, afhankelijk van merk/model, van 5 tot 9 EV (f-stops). Wanneer onze scene dus 9 of meer EV omvat is er geen enkele mogelijkheid om deze met onze camera zondermeer te registreren. We zullen moeten uitwijken naar alternatieven. Wil je de opname toch maken zonder een alternatief te overwegen zul je moeten kiezen voor een belichting op basis van de schaduwen of voor een belichting op basis van de hoge lichten. De ene gaat altijd ten koste van de ander.
Welke alternatieven hebben we ter beschikking?
Op de eerste plaats kunnen we kiezen om te wachten. Te wachten totdat de lichtomstamdigheden zijn gewijzigd zodat het dynamisch bereik binnen het bereik van de camera valt. Je kunt wachten of een andere keer terugkomen. Helaas is dit soms geen optie. Ingeval van het mooie landschap betekend dit wachten tot de verhouding van landschap (voorgrond) en lucht binnen het dynamisch bereik van je camera valt.
Een andere optie die je hebt is het gebruik van een zogenaamd Neutral Density (ND) filter met een verloop. Dit filter heeft een verloop van donker naar transparant zodat je delen van de scene donkerder kunt maken. Deze filters (o.a.Cokin) kunnen een scene met een waarde van 1-3 EV donkerder maken. Veelal worden ze toegepast bij landschapsfotografie aangezien hierbij vaak de lucht helderder is dan de voorgrond. Uiteraard zijn ze ook in andere vormen van fotografie toepasbaar, denk aan een model in het park met een heldere lucht. Het nadeel van het gebruik van dit flter is dat het verloop en de scheidng licht/donker vast ligt. Daarom is de toepassing bij landschapsfotografie voor de hand liggend aangezien de scheiding lucht/voorgrond ook redelijk strak vast ligt.
Als laatste alternatief kun je gebruik maken van HDR (High Dynamic Range) fotografie. HDR is een samenspel van opnametechniek en postprocessing met als resultaat een goede opname van een scene met een hoog dynamisch bereik. In het kort bestaat deze techniek uit het maken van een aantal opnames van de scene met verschillende belichtingen zodat het gehele dynamisch bereik van de scene correct wordt vastgelegd. In postprocessing met bijvoorbeeld Photoshop en/of Photomatrix worden deze verschillende opnamen samengevoegd tot een boeiende opname met daarin het gehele dynamisch bereik.
In een volgende blog zal ik verder ingaan op deze boeiende HDR techniek en de bijbehorende tools zoals Photomatrix.
Dit was het voor deze keer.
See you next time.
Labels:
algemeen,
fotografie,
HDR,
opnametechniek,
techniek
vrijdag 24 juni 2011
Bevestig je onderwerp.
Ongetwijfeld heb je ook wel eens bij een foto het gevoel gehad dat het onderwerp lijkt te zweven. Je mist iets in de opname dat het onderwerp verbindt met zijn omgeving.
Waarschijnlijk ben je vergeten om het onderwerp te verankeren met de omgeving. Verankeren, bevestigen, plaatsen, verbinden et cetera. Allemaal woorden die beschrijven dat er een verbinding bestaat tussen het onderwerp en zijn/haar omgeving.
Kortom er is geen connectie tussen het onderwerp en zijn/haar ledematen of bij een voorwerp ontbreekt de verbinding met de structuur waarop het voorwerp rust.
Dit is ook de rede waarom je wel eens hoort dat je een persoon nooit mag afkaderen (afsnijden) bij de enkels of in het geval van armen bij de pols. Wanneer je de grond ziet waarop de persoon staat heeft je onderwerp een basis om op te rusten.
Geef voorwerpen een plaats waarop ze staan.
Wanneer je een voorwerp fotografeert dat op een tafel staat, zoals een koffiekop, een fles bier of een servies zoals in dit voorbeeld, zorg er dan altijd voor dat je kunt zien waar het voorwerp de tafel raakt. Op een oppervlak met een structuur is dit meestal geen probleem. Wanneer je echter fotografeert op een strakke witte ondergrond bereik je dat meestal door een beetje schaduw van het onderwerp op de ondergrond. Zie als voorbeeld de foto's van het Oosters servies.
Zonder deze schaduw lijkt het servies te zweven in de lucht. Uitzondering hierop is wanneer er door de opdrachtgever expleciet gevraagt word dat het onderwerp geheel vrijstaand op een witte achtergrond moet worden gefotografeerd. Bij een opdracht is het van belang om duidelijk af te spreken of er wel of geen schaduw moet zijn aangezien hierover nogal eens een spraakverwarring bestaat.
De ledematen van je model
Ook bij modelfotografie heb je soms het gevoel dat er iets niet klopt. Vaak is er dan een uitsnede gemaakt waarbij het model wordt aangesneden op de scheenbenen of bij de enkels. Als fotograaf ben je dus vergeten om je model een "poot te geven om op te staan". Bij een afbeelding van een model wil ons onderbewustzijn vanaf een bepaald punt op de benen dat er een complete persoon staat. Onbewust zeggen je hersenen dat er meer moet zijn dan dat zichtbaar is en wordt het beeld als incompleet afgedaan. Dit punt ligt ergens rond kniehoogte.
Deze zelfde regel gaat ook op voor wat betreft de armen van je model. Wanneer je armen aansnijdt op 3/4 lengte of bij de pols zullen deze als incompleet worden beschouwd. Probeer dat dus ook te vermijden in je uiteindelijke compositie.
Probeer ledematen zoveel mogelijk als geheel af te beelden. Moeten ze toch worden aangesneden zorg dan voor een correcte plek om deze aan te snijden.
Let op de kerktoren
Ook bij voorwerpen en gebouwen gelden deze principes. Hoevaak zie je niet een foto van een bekend gebouw (bijvoorbeeld de Eifeltoren) of van een kerktoren waar het topje net niet opstaat. ook dan zullen je hersenen reageren met een afwijzing van het beeld.
Wees ook hierbij voorzichtig wanneer je besluit om de top van een gebouw, of de grond waarop het gebouw staat niet mee te nemen in je opname.
Ook bij gebouwen en voorwerpen kun je de 3/4 regel toepassen.
Wanneer je gebouw (of woorwerp) voor 3/4 of meer in beeld is, plaats het dan helemaal in beeld. Bij 3/4 of meer verwacht je onderbewustzijn namelijk een compleet beeld.
Goed, dat was de tip voor deze keer. Houdt deze informatie in je achterhoofd en gebruik de 3/4 regel bij het aansnijden van je onderwerp.
Ik hoop dat deze tip je weer kan helpen bij je fotografie, tot de volgende keer.
Waarschijnlijk ben je vergeten om het onderwerp te verankeren met de omgeving. Verankeren, bevestigen, plaatsen, verbinden et cetera. Allemaal woorden die beschrijven dat er een verbinding bestaat tussen het onderwerp en zijn/haar omgeving.
Kortom er is geen connectie tussen het onderwerp en zijn/haar ledematen of bij een voorwerp ontbreekt de verbinding met de structuur waarop het voorwerp rust.
Dit is ook de rede waarom je wel eens hoort dat je een persoon nooit mag afkaderen (afsnijden) bij de enkels of in het geval van armen bij de pols. Wanneer je de grond ziet waarop de persoon staat heeft je onderwerp een basis om op te rusten.
Geef voorwerpen een plaats waarop ze staan.
Wanneer je een voorwerp fotografeert dat op een tafel staat, zoals een koffiekop, een fles bier of een servies zoals in dit voorbeeld, zorg er dan altijd voor dat je kunt zien waar het voorwerp de tafel raakt. Op een oppervlak met een structuur is dit meestal geen probleem. Wanneer je echter fotografeert op een strakke witte ondergrond bereik je dat meestal door een beetje schaduw van het onderwerp op de ondergrond. Zie als voorbeeld de foto's van het Oosters servies.
Zonder deze schaduw lijkt het servies te zweven in de lucht. Uitzondering hierop is wanneer er door de opdrachtgever expleciet gevraagt word dat het onderwerp geheel vrijstaand op een witte achtergrond moet worden gefotografeerd. Bij een opdracht is het van belang om duidelijk af te spreken of er wel of geen schaduw moet zijn aangezien hierover nogal eens een spraakverwarring bestaat.
De ledematen van je model
Ook bij modelfotografie heb je soms het gevoel dat er iets niet klopt. Vaak is er dan een uitsnede gemaakt waarbij het model wordt aangesneden op de scheenbenen of bij de enkels. Als fotograaf ben je dus vergeten om je model een "poot te geven om op te staan". Bij een afbeelding van een model wil ons onderbewustzijn vanaf een bepaald punt op de benen dat er een complete persoon staat. Onbewust zeggen je hersenen dat er meer moet zijn dan dat zichtbaar is en wordt het beeld als incompleet afgedaan. Dit punt ligt ergens rond kniehoogte.
Deze zelfde regel gaat ook op voor wat betreft de armen van je model. Wanneer je armen aansnijdt op 3/4 lengte of bij de pols zullen deze als incompleet worden beschouwd. Probeer dat dus ook te vermijden in je uiteindelijke compositie.
Probeer ledematen zoveel mogelijk als geheel af te beelden. Moeten ze toch worden aangesneden zorg dan voor een correcte plek om deze aan te snijden.
Let op de kerktoren
Ook bij voorwerpen en gebouwen gelden deze principes. Hoevaak zie je niet een foto van een bekend gebouw (bijvoorbeeld de Eifeltoren) of van een kerktoren waar het topje net niet opstaat. ook dan zullen je hersenen reageren met een afwijzing van het beeld.
Wees ook hierbij voorzichtig wanneer je besluit om de top van een gebouw, of de grond waarop het gebouw staat niet mee te nemen in je opname.
Ook bij gebouwen en voorwerpen kun je de 3/4 regel toepassen.
Wanneer je gebouw (of woorwerp) voor 3/4 of meer in beeld is, plaats het dan helemaal in beeld. Bij 3/4 of meer verwacht je onderbewustzijn namelijk een compleet beeld.
Goed, dat was de tip voor deze keer. Houdt deze informatie in je achterhoofd en gebruik de 3/4 regel bij het aansnijden van je onderwerp.
Ik hoop dat deze tip je weer kan helpen bij je fotografie, tot de volgende keer.
dinsdag 21 juni 2011
Foto's beoordelen
Het beoordelen of bespreken van foto's dient om de kwaliteit te verbeteren. Althans dat is het uitgangspunt bij het bespreken van foto's. Of je nu lid bent van een fotoclub, je foto's op Flickr plaatst of foto's hebt ingestuurd voor een wedstrijd, je krijgt te maken met het oordeel van anderen. Soms door een vakjury, soms door leden van de fotoclub waar je lid van bent of soms door een bespreker van een andere vereniging.
Een vakjury is ervaren en getraind in het bespreken cq. beoordelen van foto's. Vaak kijken zij naar de emotie van een foto of de verkoopbaarheid. Andere beoordelen foto's meer vanuit hun eigen emotie of beleving.
Met name de laatste categorie is een gevaarlijke vorm van foto's bespreken. Wanneer je foto's bespreekt of beoordeelt moet je als persoon een neutraal pad bewandelen van criteria die de kwaliteit van de foto weergeven.
Ben je landschapsfotograaf en heb je niets met portretfotografie zul je soms toch op een onderbouwde manier een mening moeten kunnen vormen en delen over een modelfoto van bijvoorbeeld een andere lid binnen je fotoclub zonder dat je vedwaald in subjectiviteit.
Maar ook bij het beoordelen van foto's van andere binnen je eigen vlak van fotografie kan het handig zijn om een structuur te hebben van objectieve criteria die je gebruikt voor een beoordeling. Na een beoordeling/bespreking op basis van deze objectieve criteria kun je als toevoeging nog jou eigen mening geven over wat het beeld voor jou betekent.
Wellicht dat de volgende structuur van criteria je kan helpen bij het bespreken of beoordelen van foto's van anderen (maar zeker ook die van jou zelf).
We kunnen hierbij drie groepen onderscheiden waarbij groep A verreweg de belangrijkste is en zou bij het eventueel toekennen van punten dan ook de meeste moeten kunnen opleveren. Wanneer je punten wilt (of moet) toekennen zou je bijvoorbeeld voor A maximaal 20 punten kunnen hanteren, voor B 10 en voor C 5.
Echter voor je begint met het toepassen van de onderstaande criteria bij het bespreken van een foto, spreek eerst voor jezelf (en de andere aanwezige) uit wat je ziet. Bijvoorbeeld: "ik zie een foto van een jonge vrouw in een sombere omgeving die verdrietig uit het raam kijkt". Eerst dan, als het duidelijk is waar je naar kijkt, kun je een begin maken met een bespreking of een beoordeling.
A. De inhoud of zeggingskracht
- De interpretatie van het onderwerp, de verbeelding
- Orginaliteit en creativiteit van de maker
- Spanning of dynamiek in de opname
- Het gekozen moment, de emotie of de geladenheid van het beeld
- De plaatsing van het onderwerp (compositie en balans van de opname)
B. De techniek
- Het gekozen standpunt en perspectief
- De selectie van het gebruikte brandpunt (inkadering)
- Het kleurgebruik (verzadiging, zwart/wit, monochrome, gedurfd)
- De stijl
- Kwaliteitsaspecten (scherpte, scherptediepte, contrast, belichting, bewerking)
C. De presentatie
- De afwerking van de print
- Het gekozen passepartout
Voor zover mijn tip over het bespreken van foto's. Probeer bij je volgende bespreking deze criteria eens uit en kijk of ze je helpen bij een objectieve bespreking.
Tot de volgende keer.
Een vakjury is ervaren en getraind in het bespreken cq. beoordelen van foto's. Vaak kijken zij naar de emotie van een foto of de verkoopbaarheid. Andere beoordelen foto's meer vanuit hun eigen emotie of beleving.
Met name de laatste categorie is een gevaarlijke vorm van foto's bespreken. Wanneer je foto's bespreekt of beoordeelt moet je als persoon een neutraal pad bewandelen van criteria die de kwaliteit van de foto weergeven.
Ben je landschapsfotograaf en heb je niets met portretfotografie zul je soms toch op een onderbouwde manier een mening moeten kunnen vormen en delen over een modelfoto van bijvoorbeeld een andere lid binnen je fotoclub zonder dat je vedwaald in subjectiviteit.
Maar ook bij het beoordelen van foto's van andere binnen je eigen vlak van fotografie kan het handig zijn om een structuur te hebben van objectieve criteria die je gebruikt voor een beoordeling. Na een beoordeling/bespreking op basis van deze objectieve criteria kun je als toevoeging nog jou eigen mening geven over wat het beeld voor jou betekent.
Wellicht dat de volgende structuur van criteria je kan helpen bij het bespreken of beoordelen van foto's van anderen (maar zeker ook die van jou zelf).
We kunnen hierbij drie groepen onderscheiden waarbij groep A verreweg de belangrijkste is en zou bij het eventueel toekennen van punten dan ook de meeste moeten kunnen opleveren. Wanneer je punten wilt (of moet) toekennen zou je bijvoorbeeld voor A maximaal 20 punten kunnen hanteren, voor B 10 en voor C 5.
Echter voor je begint met het toepassen van de onderstaande criteria bij het bespreken van een foto, spreek eerst voor jezelf (en de andere aanwezige) uit wat je ziet. Bijvoorbeeld: "ik zie een foto van een jonge vrouw in een sombere omgeving die verdrietig uit het raam kijkt". Eerst dan, als het duidelijk is waar je naar kijkt, kun je een begin maken met een bespreking of een beoordeling.
A. De inhoud of zeggingskracht
- De interpretatie van het onderwerp, de verbeelding
- Orginaliteit en creativiteit van de maker
- Spanning of dynamiek in de opname
- Het gekozen moment, de emotie of de geladenheid van het beeld
- De plaatsing van het onderwerp (compositie en balans van de opname)
B. De techniek
- Het gekozen standpunt en perspectief
- De selectie van het gebruikte brandpunt (inkadering)
- Het kleurgebruik (verzadiging, zwart/wit, monochrome, gedurfd)
- De stijl
- Kwaliteitsaspecten (scherpte, scherptediepte, contrast, belichting, bewerking)
C. De presentatie
- De afwerking van de print
- Het gekozen passepartout
Voor zover mijn tip over het bespreken van foto's. Probeer bij je volgende bespreking deze criteria eens uit en kijk of ze je helpen bij een objectieve bespreking.
Tot de volgende keer.
donderdag 28 april 2011
Workshop Voedselfotografie
Op het gebied van fotografie ben ik een echte autodidact. Door vallen en opstaan, veel lezen, weer vallen en weer opstaan en nog meer lezen heb ik mij het fotograferen eigen gemaakt. Het is een lange weg en een vaak moeizame weg om het doel te bereiken, maar uiteindelijk vergaar je door deze werkwijze een grote rugzak vol met informatie en kennis.
Om anderen deze lange weg te besparen en omdat ik het leuk vind om te doen geef ik workshops met als doel mijn kennis te delen. Op dit moment is mijn workshop Strobist fotografie erg populair. Bij deze workshop heb ik ook een e-book geschreven "Flitsen of Strobisten". Een e-book boordevol informatie over flitsen in zowel TTL-mode als volledig handmatig (the strobist way). Daarnaast bevat dit e-book de basis theorie over klassieke belichtingsstijlen en poses bij portretfotografie.
Momenteel ben ik hard aan het werken aan mijn volgende e-book met daarbij horende workshop. Dit e-book en de workshop hebben als onderwerp "basiskennis studiotechniek bij portretfotografie".
Dat gezegd hebbende kom ik bij mijn onderwerp van deze blog namelijk een workshop Voedselfotografie. Aangezien ik mij verder wil specialiseren in het fotograferen van voedsel en ik een aantal keren vallen en opstaan wilde overslaan ben ik op zoek gegaan naar een workshop Voedselfotografie. Deze vond ik bij "De School voor Fotografie" in Breda. Op hun website tref je een heuse "Masterclass Foodfotografie" aan voor de prijs van € 125,00. Als autodidact heb ik dus de stoute schoenen aangetrokken en mij ingeschreven voor deze masterclass. Afgelopen donderdag 21/4 dus vroeg vertrokken richting Breda voorzien van camera's, statieven, volle accu's, lege geheugenkaarten en een grote dosis enthousiasme.
Helaas werd met name dit laatste al snel de grond ingeboord. De meeste andere deelnemers aan deze masterclass hadden helaas het niveau van een beginnende amateur met nog moeite met begrippen als: diafragma, scherptediepte, studioflitsers, raw of Jpeg et cetera et cetera. Maar goed daar valt mee te leven dus ik had nog steeds hoop.
De docent begon met een filmpje van YouTube van een Amerikaanse voedselfotograaf. Op zich niet wereldschokkend, heb je uiteraard geen Masterclass voor nodig maar ok, het was de intro. Vervolgens werd er een aantal foto's getoond op het gebied van voedselfotografie. Mooie foto's en lelijke foto's (als voorbeeld hoe het niet moet). Op de vraag of de docent deze foto's in opdracht had gemaakt, kwam tot mijn stomme verbazing het antwoord "nee, die heb ik van Internet geplukt want ik doe zelf weinig aan voedselfotografie".
Je zult begrijpen dat mij de moed in de schoenen zonk.
In ongeveer 20 zinnen werd de complete theorie over voedselfotografie voor wat betreft belichting, compositie en styling behandeld. Hierna werd door de docent een compositie gemaakt van een koffiekopje op een houten kist met tegenlicht (zowel natuurlijk licht als middels de instellampen van studioflitsers). Het grootste deel van deze praktijk introductie werd echter besteed aan Phase One een softwarepakket voor het werken met bestanden en tethered fotograferen. Daarnaast heeft voor mij het fotograferen van een leeg koffiekopje geen enkele relatie met voedselfotografie, maar productfotografie. Zou er nu nog een lekkere kop dampende koffie met slagroom en een koekje of gebak hebben gestaan had ik nog vrolijk kunnen worden maar helaas. Zelfs op mijn poging iets te bewegen door te vragen hoe je nu dit kopje kunt fotograferen zoals hierboven omschreven, kwam het ontmoedigende antwoord niet verder dan "gewoon, dan doe je er toch koffie in". Tja, als het zo eenvoudig zou zijn had ik inderdaad geen Masterclass hoeven te zoeken op Internet.
Na de lunch mochten we zelf aan de slag met een hoeveelheid voedsel (wat overigens ruim aanwezig en goed verzorgd was) om een setting te bouwen en te stylen. Dit is uiteraard erg lastig als je gedurende de "workshop" nog niets hebt geleerd hoe je dit moet doen. Dus doe je het zoals je het altijd al deed. Echter daar is geen Masterclass voor nodig.
Goed na een tijdje fotograferen door de cursisten was het moment gekomen waarop de workshop teneinde liep. Ik dacht nu gaat het gebeuren. We gaan gezamenlijk de gemaakte foto's bekijken en bespreken teneinde nog iets te kunnen leren op het gebied van voedselfotografie (al is het maar van elkaars fouten en goede dingen). Echter helaas je begrijpt het al. Ook deze kans liet de docent (en daarbij De School voor Fotografie) probleemloos liggen. In plaats daarvan werd er een beginnerscursus gegeven over de benodigde grootte van een bestand voor een afdruk en het vrijstaand maken van een onderwerp in een opname.
Kortom een workshop (Masterclass zou een belediging zijn voor de term) die zeer zeker niet de moeite waard is. De workshop voldoet op geen enkele wijze aan hetgeen gesteld wordt op de website met betrekking tot de inhoud. Misschien zou een titel als "workshop table-top voor beginners" beter de lading dekken.
De moraal van dit verhaal.
Ik ben maar weer begonnen met het lezen van boeken over voedselfotografie en styling en ik ga maar weer vallen en opstaan.
Groetjes, tot de volgende keer.
Om anderen deze lange weg te besparen en omdat ik het leuk vind om te doen geef ik workshops met als doel mijn kennis te delen. Op dit moment is mijn workshop Strobist fotografie erg populair. Bij deze workshop heb ik ook een e-book geschreven "Flitsen of Strobisten". Een e-book boordevol informatie over flitsen in zowel TTL-mode als volledig handmatig (the strobist way). Daarnaast bevat dit e-book de basis theorie over klassieke belichtingsstijlen en poses bij portretfotografie.
Momenteel ben ik hard aan het werken aan mijn volgende e-book met daarbij horende workshop. Dit e-book en de workshop hebben als onderwerp "basiskennis studiotechniek bij portretfotografie".
Dat gezegd hebbende kom ik bij mijn onderwerp van deze blog namelijk een workshop Voedselfotografie. Aangezien ik mij verder wil specialiseren in het fotograferen van voedsel en ik een aantal keren vallen en opstaan wilde overslaan ben ik op zoek gegaan naar een workshop Voedselfotografie. Deze vond ik bij "De School voor Fotografie" in Breda. Op hun website tref je een heuse "Masterclass Foodfotografie" aan voor de prijs van € 125,00. Als autodidact heb ik dus de stoute schoenen aangetrokken en mij ingeschreven voor deze masterclass. Afgelopen donderdag 21/4 dus vroeg vertrokken richting Breda voorzien van camera's, statieven, volle accu's, lege geheugenkaarten en een grote dosis enthousiasme.
Helaas werd met name dit laatste al snel de grond ingeboord. De meeste andere deelnemers aan deze masterclass hadden helaas het niveau van een beginnende amateur met nog moeite met begrippen als: diafragma, scherptediepte, studioflitsers, raw of Jpeg et cetera et cetera. Maar goed daar valt mee te leven dus ik had nog steeds hoop.
De docent begon met een filmpje van YouTube van een Amerikaanse voedselfotograaf. Op zich niet wereldschokkend, heb je uiteraard geen Masterclass voor nodig maar ok, het was de intro. Vervolgens werd er een aantal foto's getoond op het gebied van voedselfotografie. Mooie foto's en lelijke foto's (als voorbeeld hoe het niet moet). Op de vraag of de docent deze foto's in opdracht had gemaakt, kwam tot mijn stomme verbazing het antwoord "nee, die heb ik van Internet geplukt want ik doe zelf weinig aan voedselfotografie".
Je zult begrijpen dat mij de moed in de schoenen zonk.
In ongeveer 20 zinnen werd de complete theorie over voedselfotografie voor wat betreft belichting, compositie en styling behandeld. Hierna werd door de docent een compositie gemaakt van een koffiekopje op een houten kist met tegenlicht (zowel natuurlijk licht als middels de instellampen van studioflitsers). Het grootste deel van deze praktijk introductie werd echter besteed aan Phase One een softwarepakket voor het werken met bestanden en tethered fotograferen. Daarnaast heeft voor mij het fotograferen van een leeg koffiekopje geen enkele relatie met voedselfotografie, maar productfotografie. Zou er nu nog een lekkere kop dampende koffie met slagroom en een koekje of gebak hebben gestaan had ik nog vrolijk kunnen worden maar helaas. Zelfs op mijn poging iets te bewegen door te vragen hoe je nu dit kopje kunt fotograferen zoals hierboven omschreven, kwam het ontmoedigende antwoord niet verder dan "gewoon, dan doe je er toch koffie in". Tja, als het zo eenvoudig zou zijn had ik inderdaad geen Masterclass hoeven te zoeken op Internet.
Na de lunch mochten we zelf aan de slag met een hoeveelheid voedsel (wat overigens ruim aanwezig en goed verzorgd was) om een setting te bouwen en te stylen. Dit is uiteraard erg lastig als je gedurende de "workshop" nog niets hebt geleerd hoe je dit moet doen. Dus doe je het zoals je het altijd al deed. Echter daar is geen Masterclass voor nodig.
Goed na een tijdje fotograferen door de cursisten was het moment gekomen waarop de workshop teneinde liep. Ik dacht nu gaat het gebeuren. We gaan gezamenlijk de gemaakte foto's bekijken en bespreken teneinde nog iets te kunnen leren op het gebied van voedselfotografie (al is het maar van elkaars fouten en goede dingen). Echter helaas je begrijpt het al. Ook deze kans liet de docent (en daarbij De School voor Fotografie) probleemloos liggen. In plaats daarvan werd er een beginnerscursus gegeven over de benodigde grootte van een bestand voor een afdruk en het vrijstaand maken van een onderwerp in een opname.
Kortom een workshop (Masterclass zou een belediging zijn voor de term) die zeer zeker niet de moeite waard is. De workshop voldoet op geen enkele wijze aan hetgeen gesteld wordt op de website met betrekking tot de inhoud. Misschien zou een titel als "workshop table-top voor beginners" beter de lading dekken.
De moraal van dit verhaal.
Ik ben maar weer begonnen met het lezen van boeken over voedselfotografie en styling en ik ga maar weer vallen en opstaan.
Groetjes, tot de volgende keer.
donderdag 31 maart 2011
Documentaire Fotografie
Afgelopen maandagavond heb ik een presentatie bijgewoond tijdens een bijeenkomst van Fotokring Geleen over documentaire fotografie. De presentatie werd gegeven door John Lambrichts uit Maastricht. Tijdens deze avond presenteerde John een selectie van foto's uit oudere documentaires en zijn laatste documentaire "Oeverlangen aan de Maas".
In het verleden heb ik een tweetal cursussen gevolgd over documentaire fotografie. Niet alleen heb ik tijdens deze cursussen geleerd hoe je als fotograaf je visie over een onderwerp kunt omzetten in pakkende beelden. Maar ook het maken van een selectie uit de vele opnamen zodat je verhaal duidelijk wordt en last but not least afdrukken in zwart/wit.
Documentaire fotografie is een tak van fotografie die relatief weinig beoefend wordt door amateurfotografen en dat is jammer. Documentaire fotografie is namelijk een vorm van fotografie die zoveel meer in zich heeft dan mooie foto's alleen. Documentaire fotografie is een avontuur dat je als fotograaf beleeft en vastlegt samen met je onderwerp en alle betrokkenen. Het is een creatief maar vooral ook sociaal traject waarbij al je vaardigheden zowel op fotografisch maar ook op sociaal gebied worden aangesproken. Een traject met als eindresultaat een product dat alleen door jou gemaakt kan worden. Het is jou visie op het onderwerp.
Alledaagse onderwerpen kunnen de basis vormen voor een mooie en pakkende documentaire fotoserie. Kortom documentaire fotografie is een avontuur dicht bij huis.
Denk aan een documentaire over bijvoorbeeld: de plaatselijke voetbalclub, de carnavalsvereniging, de vrijwilligers van de kringloopwinkel en ga zo maar door.
Wil je gaan werken aan een documentaire serie dan zijn er een aantal stappen die je moet/kunt doorlopen. Ik zal de stappen hier kort benoemen. In een aantal volgende blogs zal ik deze verder toelichten.
Checklist voor een Documentaire Fotoserie:
1 Onderwerp. Maak een lijstje van haalbare onderwerpen die jou interessant genoeg lijken om een documentaire over te maken.
2 Context. Bedenk bij ieder onderwerp op de lijst de context waarin je het gepresenteerd zou willen zien. Een expositie in een clubhuis of andere locatie, fotoserie in een blad et cetera.
3 Thema. Bedenk bij ieder onderwerp een thema dat ook past bij de context.
4 Vorm. Bedenk bij ieder onderwerp een vorm, een manier waarop je het wilt fotograferen die past en haalbaar is voor het onderwerp, de context en het thema.
5 Draaiboek. Maak voor één of meerdere onderwerpen een globaal draaiboek. Wat en wie wil je fotograferen en waar? Welke situaties, welke handelingen, welke werkzaamheden et cetera.
6 Bespreken. Ga één of meerdere draaiboeken bespreken met de personen en/of organisatie die het aangaat. Verzamel informatie en suggesties en controleer de haalbaarheid.
7 Apparatuur. Bepaal welke apparatuur je nodig hebt. Welke camera of objectieven. Ga je een flitser gebruiken et cetera. Controleer je apparatuur en maak eventueel een paar testopnamen.
8 Fotograferen. Tijd om te gaan fotograferen. Experimenteer met je gekozen vorm. Doe rustig aan, bekijk je eerste resultaten. Leer van eventuele fouten en pas je werkwijze aan.
9. Toestemming. Houd rekening met de privacy van personen. Indien nodig vraag eerst toestemming.
10 Informatie. Verzamel informatie rondom je opnamen. Noteer namen van personen, en plekken. Neem brochures mee. Al deze informatie komt later van pas voor het maken van de teksten bij je foto's.
11 Selectie. Kijik kritisch naar je opnamen en maak een selectie. Noteer wat je nog mist en ga weer aan de slag.
12 Teksten. Kijk of je voldoende informatie bij je foto's hebt en verzamel eventueel aanvullende info.
13 Kritiek. Laat je uiteindelijke selectie van je foto's en teksten door anderen bekritiseren. Liefts door diegene die je gefotografeerd hebt. Maar bedenk, jij bent de fotograaf dus jij neemt de uiteindelijke beslissing.
14 Presenteren. Werk aan je presentatie van de foto's zoals passe partout, lijsten et cetera.
Wil je je gaan verdiepen in documetaire fotografie, heb je hiermee een handige checklist om de eerste stappen te gaan maken. In het volgende blog zal ik een checklist plaatsen voor de aanschouwer van een documentaire fotoserie.
Als laatste advies wil ik je nog meegeven om eens te gaan kijken bij een documentaire fotoserie. De komende drie weken is de serie van John Lambrichts nog te bewonderen.
De fototentoonstelling 'Oeverlangen aan de Maas' is nog tot en met 23
april te zien in Centre Céramique Maastricht. Zondag 24 april (1e
paasdag) is Centre Céramique gesloten. Tijdens de zondagen 3, 10 en 17
april zal John zelf aanwezig zijn bij de tentoontoonstelling van 13.00 -
17.00 uur.
Dat was het voor deze keer.
Groetjes en tot de volgende blog.
In het verleden heb ik een tweetal cursussen gevolgd over documentaire fotografie. Niet alleen heb ik tijdens deze cursussen geleerd hoe je als fotograaf je visie over een onderwerp kunt omzetten in pakkende beelden. Maar ook het maken van een selectie uit de vele opnamen zodat je verhaal duidelijk wordt en last but not least afdrukken in zwart/wit.
Documentaire fotografie is een tak van fotografie die relatief weinig beoefend wordt door amateurfotografen en dat is jammer. Documentaire fotografie is namelijk een vorm van fotografie die zoveel meer in zich heeft dan mooie foto's alleen. Documentaire fotografie is een avontuur dat je als fotograaf beleeft en vastlegt samen met je onderwerp en alle betrokkenen. Het is een creatief maar vooral ook sociaal traject waarbij al je vaardigheden zowel op fotografisch maar ook op sociaal gebied worden aangesproken. Een traject met als eindresultaat een product dat alleen door jou gemaakt kan worden. Het is jou visie op het onderwerp.
Alledaagse onderwerpen kunnen de basis vormen voor een mooie en pakkende documentaire fotoserie. Kortom documentaire fotografie is een avontuur dicht bij huis.
Denk aan een documentaire over bijvoorbeeld: de plaatselijke voetbalclub, de carnavalsvereniging, de vrijwilligers van de kringloopwinkel en ga zo maar door.
Wil je gaan werken aan een documentaire serie dan zijn er een aantal stappen die je moet/kunt doorlopen. Ik zal de stappen hier kort benoemen. In een aantal volgende blogs zal ik deze verder toelichten.
Checklist voor een Documentaire Fotoserie:
1 Onderwerp. Maak een lijstje van haalbare onderwerpen die jou interessant genoeg lijken om een documentaire over te maken.
2 Context. Bedenk bij ieder onderwerp op de lijst de context waarin je het gepresenteerd zou willen zien. Een expositie in een clubhuis of andere locatie, fotoserie in een blad et cetera.
3 Thema. Bedenk bij ieder onderwerp een thema dat ook past bij de context.
4 Vorm. Bedenk bij ieder onderwerp een vorm, een manier waarop je het wilt fotograferen die past en haalbaar is voor het onderwerp, de context en het thema.
5 Draaiboek. Maak voor één of meerdere onderwerpen een globaal draaiboek. Wat en wie wil je fotograferen en waar? Welke situaties, welke handelingen, welke werkzaamheden et cetera.
6 Bespreken. Ga één of meerdere draaiboeken bespreken met de personen en/of organisatie die het aangaat. Verzamel informatie en suggesties en controleer de haalbaarheid.
7 Apparatuur. Bepaal welke apparatuur je nodig hebt. Welke camera of objectieven. Ga je een flitser gebruiken et cetera. Controleer je apparatuur en maak eventueel een paar testopnamen.
8 Fotograferen. Tijd om te gaan fotograferen. Experimenteer met je gekozen vorm. Doe rustig aan, bekijk je eerste resultaten. Leer van eventuele fouten en pas je werkwijze aan.
9. Toestemming. Houd rekening met de privacy van personen. Indien nodig vraag eerst toestemming.
10 Informatie. Verzamel informatie rondom je opnamen. Noteer namen van personen, en plekken. Neem brochures mee. Al deze informatie komt later van pas voor het maken van de teksten bij je foto's.
11 Selectie. Kijik kritisch naar je opnamen en maak een selectie. Noteer wat je nog mist en ga weer aan de slag.
12 Teksten. Kijk of je voldoende informatie bij je foto's hebt en verzamel eventueel aanvullende info.
13 Kritiek. Laat je uiteindelijke selectie van je foto's en teksten door anderen bekritiseren. Liefts door diegene die je gefotografeerd hebt. Maar bedenk, jij bent de fotograaf dus jij neemt de uiteindelijke beslissing.
14 Presenteren. Werk aan je presentatie van de foto's zoals passe partout, lijsten et cetera.
Wil je je gaan verdiepen in documetaire fotografie, heb je hiermee een handige checklist om de eerste stappen te gaan maken. In het volgende blog zal ik een checklist plaatsen voor de aanschouwer van een documentaire fotoserie.
Als laatste advies wil ik je nog meegeven om eens te gaan kijken bij een documentaire fotoserie. De komende drie weken is de serie van John Lambrichts nog te bewonderen.
De fototentoonstelling 'Oeverlangen aan de Maas' is nog tot en met 23
april te zien in Centre Céramique Maastricht. Zondag 24 april (1e
paasdag) is Centre Céramique gesloten. Tijdens de zondagen 3, 10 en 17
april zal John zelf aanwezig zijn bij de tentoontoonstelling van 13.00 -
17.00 uur.
Dat was het voor deze keer.
Groetjes en tot de volgende blog.
zondag 6 maart 2011
Vrijstaand maken
Nog niet zo lang geleden heb ik een digitale avond bijgewoond bij Fotokring Geleen. De avond werd verzorgd door een gastspreker. Uit alle aangedragen onderwerpen door de leden was met name het onderdeel 'selecteren' en 'vrijstaand maken' gekozen om de avond te vullen.
Uiteraard heb je binnen een fotoclub van amateurfotografen een extra moeilijkheid om een avond in te vullen gezien de verscheidenheid aan kennisnivo's en uiteraard gebruikte software(versies).
Om dit een beetje te ondervangen was er een keuze gemaakt om het aantal onderwerpen te beperken en werd als uitgangspunt Photoshop CS5 genomen.
Alle mogelijke menukeuzes die je hebt binnen Photoshop passeerden de revue. In mijn bescheiden mening zelfs teveel mogelijkheden aangezien je zeer zeker als beginner al snel door de bomen het bos niet meet gaat zien.
Uiteraard was één van de belangsrijkste vragen "hoe maak je een model/portret vrijstaand van een persoon met wapperende haren tegen een achtergrond?".
Uiteraard biedt Photoshop CS5 een aantal zeer sterk verbeterde mogelijkheden om vrijstaand te maken. Deze mogelijkheden en het gebruik van maskers kwamen dan ook uitgebreid aanbod.
Maar is Photoshop wel het aangewezen programma om onderwerpen vrijstaand te maken van de achtergrond?
Ik denk dat wanneer je af en toe een onderwerp vrijstaand moet maken je met Photoshop CS5 na enig oefenen een redelijk goed hulpmiddel hebt.
Wanneer je echter zoals ik met regelmaat grote aantallen foto's vrijstaand moet maken en dan denk ik aan aantallen van enkele tientallen maar ook 300/400 producten en zoals nu een project van 2000 producten, Photoshop niet echt de beste keuze zal zijn.
Maar wat dan wel?
Zelf werk ik met MaskPro van OneOne software. MaskPro is een plugin voor Photoshop speciaal ontwikkeld voor het vrijstaand maken van onderwerpen. MaskPro biedt verschillende mogelijkheden om een onderwerp vrijstaand te maken.
Een masker kan gemaakt worden op basis van kleurselecties. Je kiest kleuren die je wilt behouden en kleuren die weg mogen. Daarna ga je met de "magic"brush over de randen en je masker wordt gemaakt. Ook bij een model met bijvoorbeeld wapperende blonde haren voor een mooie blauwe lucht kun je snel een eenvoudig een perfect resultaat bereiken.
Ook transparante onderwerpen zoals wijnglazen et cetera zijn mogelijk. Maar ook selectie met het "pen"selectie tool gaan snel en nauwkeurig. Daarnaast maak je met deze Plugin ook eenvoudig zogenaamde "clipping paths", sneller en nauwkeuriger dan via de standaard mogelijkheden van Photoshop.
Wat ik je als tip mee wil geven bij het maken van een selectie of bij het vrijstaand maken van een onderwerp is de volgende.
Werk bij het maken van een selectie altijd op 200%. Dus zoom in naar 200% en begin dan met het maken van je selectie. Je zult merken dat je selecties er aanmerkelijk op vooruit zullen gaan. Je gaat namelijk de kwaliteit van je selectie bepalen bij die uitvergroting. Wanneer je dan voor het eindresultaat teruggaat naar 100% zul je zien dat je selectie perfect is.
Goed, zover mijn tip over het maken van selecties. Meer weten kun je altijd een vraag stellen via dit blog.
Tot de volgende keer.
Uiteraard heb je binnen een fotoclub van amateurfotografen een extra moeilijkheid om een avond in te vullen gezien de verscheidenheid aan kennisnivo's en uiteraard gebruikte software(versies).
Om dit een beetje te ondervangen was er een keuze gemaakt om het aantal onderwerpen te beperken en werd als uitgangspunt Photoshop CS5 genomen.
Alle mogelijke menukeuzes die je hebt binnen Photoshop passeerden de revue. In mijn bescheiden mening zelfs teveel mogelijkheden aangezien je zeer zeker als beginner al snel door de bomen het bos niet meet gaat zien.
Uiteraard was één van de belangsrijkste vragen "hoe maak je een model/portret vrijstaand van een persoon met wapperende haren tegen een achtergrond?".
Uiteraard biedt Photoshop CS5 een aantal zeer sterk verbeterde mogelijkheden om vrijstaand te maken. Deze mogelijkheden en het gebruik van maskers kwamen dan ook uitgebreid aanbod.
Maar is Photoshop wel het aangewezen programma om onderwerpen vrijstaand te maken van de achtergrond?
Ik denk dat wanneer je af en toe een onderwerp vrijstaand moet maken je met Photoshop CS5 na enig oefenen een redelijk goed hulpmiddel hebt.
Wanneer je echter zoals ik met regelmaat grote aantallen foto's vrijstaand moet maken en dan denk ik aan aantallen van enkele tientallen maar ook 300/400 producten en zoals nu een project van 2000 producten, Photoshop niet echt de beste keuze zal zijn.
Maar wat dan wel?
Zelf werk ik met MaskPro van OneOne software. MaskPro is een plugin voor Photoshop speciaal ontwikkeld voor het vrijstaand maken van onderwerpen. MaskPro biedt verschillende mogelijkheden om een onderwerp vrijstaand te maken.
Een masker kan gemaakt worden op basis van kleurselecties. Je kiest kleuren die je wilt behouden en kleuren die weg mogen. Daarna ga je met de "magic"brush over de randen en je masker wordt gemaakt. Ook bij een model met bijvoorbeeld wapperende blonde haren voor een mooie blauwe lucht kun je snel een eenvoudig een perfect resultaat bereiken.
Ook transparante onderwerpen zoals wijnglazen et cetera zijn mogelijk. Maar ook selectie met het "pen"selectie tool gaan snel en nauwkeurig. Daarnaast maak je met deze Plugin ook eenvoudig zogenaamde "clipping paths", sneller en nauwkeuriger dan via de standaard mogelijkheden van Photoshop.
Wat ik je als tip mee wil geven bij het maken van een selectie of bij het vrijstaand maken van een onderwerp is de volgende.
Werk bij het maken van een selectie altijd op 200%. Dus zoom in naar 200% en begin dan met het maken van je selectie. Je zult merken dat je selecties er aanmerkelijk op vooruit zullen gaan. Je gaat namelijk de kwaliteit van je selectie bepalen bij die uitvergroting. Wanneer je dan voor het eindresultaat teruggaat naar 100% zul je zien dat je selectie perfect is.
Goed, zover mijn tip over het maken van selecties. Meer weten kun je altijd een vraag stellen via dit blog.
Tot de volgende keer.
Labels:
algemeen,
Fotokring Geleen,
photoshop,
techniek,
tip
donderdag 10 februari 2011
Workshop Strobistfotografie
Op 26 februari geef ik weer een workshop Strobistfotografie bij Q-Flash in Sittard. Tijdens de workshop genaamd " Flitsen of Strobisten" leer je alles op het gebied van materialen voor de strobist, de theorie over licht en lichtmeten komt uitgebreid aan bod, maar ook de basis van portretfotografie en de opstelling van de flitsers passeren de revu.
Naast de nodige theorie is er gedurende de 6 uur durende workshop voldoende ruimte om het geleerde in de praktijk te brengen met het aanwezige model.
Wil je meer halen uit je reportageflitsers, wil je meer weten over TTL en handmatig flitsen en wil je je creativiteit een turboboost geven, schrijf je dan nu in voor deze workshop. Er zijn nog een paar plaatsen vrij.
De prijs van deze workshop is € 75,00. Dit is inclusief het bij de workshop horende handboek "Flitsen of Strobisten", broodjes, koffie en thee.
Om je in te schrijven ga naar: www.qflash.nl of www.ps-photo.nl
Naast de nodige theorie is er gedurende de 6 uur durende workshop voldoende ruimte om het geleerde in de praktijk te brengen met het aanwezige model.
Wil je meer halen uit je reportageflitsers, wil je meer weten over TTL en handmatig flitsen en wil je je creativiteit een turboboost geven, schrijf je dan nu in voor deze workshop. Er zijn nog een paar plaatsen vrij.
De prijs van deze workshop is € 75,00. Dit is inclusief het bij de workshop horende handboek "Flitsen of Strobisten", broodjes, koffie en thee.
Om je in te schrijven ga naar: www.qflash.nl of www.ps-photo.nl
zondag 23 januari 2011
Invulflits
Fotograferen tijdens een bewolkte dag is veel gemakkelijker dan tijdens een zonovergoten dag in het park.
Het wolkendek zorgt voor een heel groot diffusiescherm waardoor de lichtstralen van de zon alle kanten op gestuurd worden.
Voor het menselijk oog lijkt het als of er totaal geen schaduwen bestaan. Je zult echter met een paar testshots tot de conclusie komen dat er wel degelijk schaduwen zijn. Fotografeer je bijvorbeeld onder de bewolkte hemel je model of het bruidspaar met getuigen, zul je zien dat er schaduwen ontstaan in het gezicht en onder de ogen. De kwaliteit en de richting van de schaduwen is uiteraard afhankelijk van de richting van je onderwerp met betrekking tot de zon. Het zal uiteraard best moeilijk zijn om de hoek te vinden maar je kunt er op rekenen dat de richting van het licht invloed zal hebben op je opnamen.
Uiteraard zullen de schaduwen minder en zachter zijn dan bij zonlicht, maar ze zijn er wel.
De bewolke dag kan je op het verkeerde been zetten en je de indruk geven dat je geen invulflits nodig hebt. Misschien is dat waar bij sommige romantische portretjes, maar bij de meeste opnamen zul je merken dat de juiste dosis invulflits de kwaliteit van je opname aanmerkelijk zal verbeteren. De ogen onder de wenkbrauwen worden lichter en de kleuren verbeteren.
De kunst is natuurlijk om de dosis flitslicht zo te doseren dat het niet zichtbaar is voor het ongetrainde oog.
Als uitgangspunt voor een goed gedoseerde invulflits kun je voor een gemiddelde bewolkte dag een flits compensatie aanhouden van -1,5 stop. Voor een zwaar bewolkte dag gebruik je een compensatie van -2 stops. Fotografeer je op een zonnige dag neem je als uitgangspunt een compensatie van 0 stop.
Uiteraard zijn dit startpunten controleer je scherm en pas indien nodig de compensatie aan.
OK, dat was de tip weer voor deze keer, see you next time
Peter Schijven.
Het wolkendek zorgt voor een heel groot diffusiescherm waardoor de lichtstralen van de zon alle kanten op gestuurd worden.
Voor het menselijk oog lijkt het als of er totaal geen schaduwen bestaan. Je zult echter met een paar testshots tot de conclusie komen dat er wel degelijk schaduwen zijn. Fotografeer je bijvorbeeld onder de bewolkte hemel je model of het bruidspaar met getuigen, zul je zien dat er schaduwen ontstaan in het gezicht en onder de ogen. De kwaliteit en de richting van de schaduwen is uiteraard afhankelijk van de richting van je onderwerp met betrekking tot de zon. Het zal uiteraard best moeilijk zijn om de hoek te vinden maar je kunt er op rekenen dat de richting van het licht invloed zal hebben op je opnamen.
Uiteraard zullen de schaduwen minder en zachter zijn dan bij zonlicht, maar ze zijn er wel.
De bewolke dag kan je op het verkeerde been zetten en je de indruk geven dat je geen invulflits nodig hebt. Misschien is dat waar bij sommige romantische portretjes, maar bij de meeste opnamen zul je merken dat de juiste dosis invulflits de kwaliteit van je opname aanmerkelijk zal verbeteren. De ogen onder de wenkbrauwen worden lichter en de kleuren verbeteren.
De kunst is natuurlijk om de dosis flitslicht zo te doseren dat het niet zichtbaar is voor het ongetrainde oog.
Als uitgangspunt voor een goed gedoseerde invulflits kun je voor een gemiddelde bewolkte dag een flits compensatie aanhouden van -1,5 stop. Voor een zwaar bewolkte dag gebruik je een compensatie van -2 stops. Fotografeer je op een zonnige dag neem je als uitgangspunt een compensatie van 0 stop.
Uiteraard zijn dit startpunten controleer je scherm en pas indien nodig de compensatie aan.
OK, dat was de tip weer voor deze keer, see you next time
Peter Schijven.
zaterdag 22 januari 2011
Vuurdoop
Vandaag was de vuurdoop voor mijn workshop "Flitsen of Strobisten". De eerste groep van 8 personen van Fotokring Geleen hadden de eer om als eerste de workshop te volgen. De workshop werd gegeven bij Q-Flash in Sittard, leverancier van studiotoebehoren. De workshop begon met informatie over de materialen die je als strobistfotograaf kunt gebruiken om je flitser(s) te plaatsen. aan te sturen en het licht te sturen en eventueel te corrigeren. Daarna volgde de theorie over licht, hoe verplaatst licht zich, hoe controleer je de intensiteit et cetera.
Na de theorie en een pauze met daarin broodjes en koffie zijn we aan de slag gegaan met het praktijk gedeelte. Er was een mogelijkheid om het geleerde in de praktijk te brengen bij model Yolanda, of er kon gewerkt worden met een table-top opstelling. Yolanda kreeg het zwaar te verduren want iedereen koos voor het fotograferen van een portret.
Tijdens de praktijksessie heb ik laten zien wat het verschil is tussen een opname met de flitser op de camera direct richting model en via een bounce op een muur. Dit in TTL mode. Dit was voor een aantal deelnemers al direct een eye-opener hoeveel een foto kan verbeteren door alleen de flitskop totaal een andere kant op te draaien.
Daarna zijn we verder gegaan met alles handmatig in te stellen en de flitser(s) op een statief los te plaatsen. We hebben hierbij gewerkt met bounce via plafond, 1 en meerdere flitsers, het gebruik van een paraplu en/of een softbox en het werken met kleurengels.
Hoewel de deelnemers erg veel informatie kregen te verwerken was de algehele indruk dat het een zeer leerzame dag is geweest. Duidelijk is geworden dat door het gebruik van losse reportage flitsers (zelfs al met 1 flitser) er een wereld van creativiteit open gaat. Maar ook is duidelijk geworden dat het niet alleen inzetbaar is bij portret- en modelfotografie, maar ook in veel andere takken van fotografie zoals: table-top, close-up fotografie, natuurfotografie et cetera.
Kortom op een paar schoonheidsfoutjes die te maken hadden met de opstart van de workshop van mijn kant na was het een zeer leerzame dag en is iedereen met een stuk kennis rijker naar huis gegaan.
zondag 16 januari 2011
Waterdruppels op een zondagmiddag
Strobistfotografie, het fotograferen met één of meerdere reportageflitsers opgesteld los van de camera, opent een wereld van mogelijkheden. De afgelopen tijd heb ik veel energie gestoken in het opzetten van een workshop strobistfotografie en flitstechniek. De workshop gaat in op de materialen die je kunt gebruiken bij strobistfotografie, maar behandelt ook: theorie over licht en lichtmeten, basiskennis portretfotografie, ttl flitstechniek en strobistfotografie. Gedurende een 6 uur durende workshop komt zowel de theorie uitgebreid aan bod, maar is er ook ruimte voor de praktijk.
Deelnemers aan de workshop ontvangen ook het door mij geschreven boek "Flitsen of Strobisten". Een boekwerk van 75 pagina's met daarin de in de workshop behandelde theorie.
De workshop wordt o.a. gegeven bij Q-Flash in Sittard, maar kan uiteraard ook voor groepen op andere locaties worden gegeven. Voor meer info of inschrijven voor de workshop kijk op mijn website www.ps-photo.nl.
Een beetje informatie over deze opname van een waterdruppel gemaakt op een zondagmiddag in de keuken.
De schaal met water staat op een blauwe kartonnen achtergrond. Op de achtergrond staat een YN-460 II flitser power 1/64 met een 1/2 CT blue filter. Op de schaaal met water staat een tweede flitser gericht Nikon SB-600 met een effect gel 'Rust' van Honl met een grid. Deze flitser staat op 1/2 output power. De camera staat op ISO 400 f16 en sluitertijd 1/250.
Abonneren op:
Posts (Atom)