Ongetwijfeld heb je ook wel eens bij een foto het gevoel gehad dat het onderwerp lijkt te zweven. Je mist iets in de opname dat het onderwerp verbindt met zijn omgeving.
Waarschijnlijk ben je vergeten om het onderwerp te verankeren met de omgeving. Verankeren, bevestigen, plaatsen, verbinden et cetera. Allemaal woorden die beschrijven dat er een verbinding bestaat tussen het onderwerp en zijn/haar omgeving.
Kortom er is geen connectie tussen het onderwerp en zijn/haar ledematen of bij een voorwerp ontbreekt de verbinding met de structuur waarop het voorwerp rust.
Dit is ook de rede waarom je wel eens hoort dat je een persoon nooit mag afkaderen (afsnijden) bij de enkels of in het geval van armen bij de pols. Wanneer je de grond ziet waarop de persoon staat heeft je onderwerp een basis om op te rusten.
Geef voorwerpen een plaats waarop ze staan.
Wanneer je een voorwerp fotografeert dat op een tafel staat, zoals een koffiekop, een fles bier of een servies zoals in dit voorbeeld, zorg er dan altijd voor dat je kunt zien waar het voorwerp de tafel raakt. Op een oppervlak met een structuur is dit meestal geen probleem. Wanneer je echter fotografeert op een strakke witte ondergrond bereik je dat meestal door een beetje schaduw van het onderwerp op de ondergrond. Zie als voorbeeld de foto's van het Oosters servies.
Zonder deze schaduw lijkt het servies te zweven in de lucht. Uitzondering hierop is wanneer er door de opdrachtgever expleciet gevraagt word dat het onderwerp geheel vrijstaand op een witte achtergrond moet worden gefotografeerd. Bij een opdracht is het van belang om duidelijk af te spreken of er wel of geen schaduw moet zijn aangezien hierover nogal eens een spraakverwarring bestaat.
De ledematen van je model
Ook bij modelfotografie heb je soms het gevoel dat er iets niet klopt. Vaak is er dan een uitsnede gemaakt waarbij het model wordt aangesneden op de scheenbenen of bij de enkels. Als fotograaf ben je dus vergeten om je model een "poot te geven om op te staan". Bij een afbeelding van een model wil ons onderbewustzijn vanaf een bepaald punt op de benen dat er een complete persoon staat. Onbewust zeggen je hersenen dat er meer moet zijn dan dat zichtbaar is en wordt het beeld als incompleet afgedaan. Dit punt ligt ergens rond kniehoogte.
Deze zelfde regel gaat ook op voor wat betreft de armen van je model. Wanneer je armen aansnijdt op 3/4 lengte of bij de pols zullen deze als incompleet worden beschouwd. Probeer dat dus ook te vermijden in je uiteindelijke compositie.
Probeer ledematen zoveel mogelijk als geheel af te beelden. Moeten ze toch worden aangesneden zorg dan voor een correcte plek om deze aan te snijden.
Let op de kerktoren
Ook bij voorwerpen en gebouwen gelden deze principes. Hoevaak zie je niet een foto van een bekend gebouw (bijvoorbeeld de Eifeltoren) of van een kerktoren waar het topje net niet opstaat. ook dan zullen je hersenen reageren met een afwijzing van het beeld.
Wees ook hierbij voorzichtig wanneer je besluit om de top van een gebouw, of de grond waarop het gebouw staat niet mee te nemen in je opname.
Ook bij gebouwen en voorwerpen kun je de 3/4 regel toepassen.
Wanneer je gebouw (of woorwerp) voor 3/4 of meer in beeld is, plaats het dan helemaal in beeld. Bij 3/4 of meer verwacht je onderbewustzijn namelijk een compleet beeld.
Goed, dat was de tip voor deze keer. Houdt deze informatie in je achterhoofd en gebruik de 3/4 regel bij het aansnijden van je onderwerp.
Ik hoop dat deze tip je weer kan helpen bij je fotografie, tot de volgende keer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten