Wanneer je als fotograaf gebruik maakt van je fotografische visie, dan heb je een duidelijk beeld van het eindresultaat (de foto) bij het bekijken van je onderwerp. De drie stappen die je gebruikt bij een fotografische visie zijn:
1- Een duidelijk beeld vormen van het onderwerp in al zijn aspecten.
2- Je een voorstelling maken van het eindresultaat, de foto
3- Weten hoe je met welke middelen het gewenste beeld kunt bereiken.
Wanneer je fotografeert zonder je van te voren een beeld te vormen van het gewenste eindresultaat (pre-visualisatie) is het moeilijk zo niet onmogelijk om de juiste keuze te maken voor de toe te passen techniek en/of de te gebruiken hulpmiddelen (brandpunt, filters et cetera). Wanneer je weet wat je wilt bereiken met het onderwerp kun je de juiste keuzes maken om het eindresultaat te bereiken.
Soms ontstaan foto's gewoon bij toeval, een reactie op een situatie die zich plotseling voordoet. Daar is verder niets mis mee. Echter, heel vaak kunnen foto's verbeterd worden door er vooraf meer tijd in te steken in het vormen van een beeld van het gewenste eindresultaat. Dit proces noemen we pre-visualisatie.
Je kunt de kracht van Pre-Visualisatie ontwikkelen door:
- Oefen in het bekijken van het onderwerp dat je voor je hebt, ook het niet zo voor de hand liggende analyseren.
- Bedenk waar de foto over gaat
- Werk aan het pre-visualiseren van het beeld van het eindresultaat
- Maak een stappenplan hoe je het onderwerp gaat vastleggen (voor je op de ontspanknop drukt) en verder gaat bewerken om tot het gewenste eindresultaat te komen.
Je zult merken dat wanneer je deze methode van pre-visualisatie in je fotografie gaat gebruiken je waarschijnlijk niet meer op een andere manier wilt werken. Je werk zal rijker worden en een diepere betekenis gaan krijgen aangezien er meer van jezelf in zit.
Ga de komende tijd eens gebruikmaken van pre-visualisatie voor je op de ontspanknop drukt. Je zult merken dat dit ook voor jou fotografie een verrijking zal zijn.
Dat was het weer voor deze keer, ik hoop dat je het interessant vindt.
Tot de volgende keer.
Peter
Welkom op mijn weblog over fotografie. Op dit blog wil ik mijn ervaringen en opgedane kennis als beroepsfotograaf delen met anderen. Met regelmaat zal ik hier artikelen plaatsen over verschillende onderwerpen binnen de digitale fotografie. Veel leesplezier en kom regelmatig nog eens terug of nog beter, wordt een vaste volger van mijn blog.
maandag 25 juli 2011
zondag 24 juli 2011
FV-lock - wanneer en hoe te gebruiken
Wanneer we onze camera richten op ons onderwerp en de ontspanknop half indrukken begint de ingebouwde techniek voor ons te werken. Wanneer we werken met autofocus gaat de scherpstelling aan de slag en stelt ons beeld scherp op het gekozen scherpstelpunt. De ingebouwde lichtmeter begint zijn (of is het haar?) werk te doen en geeft ons een resultaat in een diafragma en een sluitertijd.
Afhankelijk van de instelling die we hebben gekozen, spot- centrumgericht- of matrixmeting, wordt een bepaald deel van ons kader/beeld gebruikt voor het meten van het gereflecteerde licht. Na de meting kunnen we wanneer we de ontspanknop half ingedrukt houden een andere compositie in ons beeldkader maken. De gemeten waarde blijft gehandhaafd totdat we de ontspanknop loslaten of totdat we de knop helemaal indrukken en de opname maken.
We kunnen dus (en dat zullen we als fotograaf ook regelmatig doen) het gereflecteerde licht meten van ons onderwerp en daarna een andere compositie maken binnen ons beeldkader en toch een perfect belichte opname maken ook als het onderwerp hierdoor buiten het meetgebied komt van onze belichtingsmeter.
Maar hoe werkt dit nu met een flitser en TTL?
Hoe gaat dit nu in zijn werk wanneer we onze systeemflitser op de camera plaatsen en laten we zeggen een portretfoto gaan maken van tante Emma. We plaatsen tante Emma in haar woonkamer op een stoel voor de trots van haar woonkamer, de antieke notenhouten kast. Welke stappen vinden er nu allemaal plaats?
We hebben onze camera ingesteld op diafragmavoorkeuze F5.6 en onze reportageflitser op iTTL.
1- We richten onze camera op tante Emma en drukken de ontspanknop half in. De camera stelt scherp en de lichtmeter doet zijn werk en kiest een sluitertijd 1/30.
2- We houden de ontspanknop half ingedrukt en maken een nieuwe compositie met tante Emma een beetje rechts in beeld naast de prachtige met centraal op de achtergrond de prachtige kast.
3- We drukken de ontspanknop helemaal in. De flitser geeft een voorflits en het lichtmeetsysteem in de camera meet het gereflecteerde licht en bepaald in combinatie met de overige gegevens de benodigde hoeveelheid flitslicht. De sluiter gaat open, de flitser gaat af en de sluiter gaat dicht.
4- Opname gemaakt.
Het probleem dat zich nu voordoet is het feit dat het lichtmeetsysteem dat het gereflecteerde licht van de voorflits meet en analyseert, zich geheel baseert op het midden van het beeld. In ons geval dus de donkere kast i.p.v. onze tante Emma in haar zomerse jurk. Het probleem is dus dat de flitser teveel licht zal afgeven.
Hier komt FV-lock oftewel Flash Value Lock van pas. FV-lock is een onderdeel van het Nikon CLS (Creative Lighting System). De functie FV-lock kun je via een menu-keuze toewijzen aan een functieknop op je camera, lees hiervoor de handleiding van jou camera.
Wanneer je de functie FV-lock toepast, vuurt je flitser de voorflits af en berekent via het lichtmeetsysteem de gereflecteerde hoeveelheid licht. Deze waarde wordt vastgehouden totdat je de camera uitzet, de lichtmeter na een bepaalde tijd uitschakelt of totdat je wederom op de knop voor FV-lock duwt.
Hoe werkt dit in de praktijk?
Uitgaande van de zelfde situatie, richten we onze camera op tante Emma, stellen scherp en drukken op de FV-lock knop. We krijgen nu de voorflits en het resultaat wordt door het lichtmeetsysteem vastgelegd.
Vervolgens gaan we op de gewone manier verder met onze opname. We richten onze camera op tante Emma, drukken de ontspanknop half in waarbij we scherpstellen en een lichtmeting uitvoeren. Vervolgens maken we onze compositie en drukken de ontspanknop helemaal in en maken de opname.
Als resultaat hebben we nu een goed belichte opname met een flits hoeveelheid afgestemd op een goede belichting van tante Emma.
Kortom door het gebruik van de functie FV-lock kun je dus met iTTL flitsen een consistent resultaat krijgen in een serie opnames ongeacht of je in- of uitzoomt, een andere compositie maakt et cetera, zolang je maar niets verandert aan de afstand van jou (cq. de flitser) t.o.v. het onderwerp.
Belangrijk om te weten is dat de gemeten waarde door de functie FV-lock gestopt wordt wanneer de ingebouwde lichtmeter in standby gaat. De tijdsduur voor de standby stand kun je in het menu instellen. Wanneer je dus van de FV-Lock gebruikt maakt, bijvoorbeeld bij een portret serie of een serie opnames van een groep mensen is het verstandig om de tijdsduur voor het inschakelen van de standby stand iets langer te zetten (vergeet deze echter niet terug te zetten naar een kortere tijd, dat spaart de accu).
Dat was de tip voor deze keer over de FV-lock functie van het Nikon CLS systeem.
Ik hoop dat je het interessant vond en misschien tot de volgende keer.
Groetjes,
Peter
Afhankelijk van de instelling die we hebben gekozen, spot- centrumgericht- of matrixmeting, wordt een bepaald deel van ons kader/beeld gebruikt voor het meten van het gereflecteerde licht. Na de meting kunnen we wanneer we de ontspanknop half ingedrukt houden een andere compositie in ons beeldkader maken. De gemeten waarde blijft gehandhaafd totdat we de ontspanknop loslaten of totdat we de knop helemaal indrukken en de opname maken.
We kunnen dus (en dat zullen we als fotograaf ook regelmatig doen) het gereflecteerde licht meten van ons onderwerp en daarna een andere compositie maken binnen ons beeldkader en toch een perfect belichte opname maken ook als het onderwerp hierdoor buiten het meetgebied komt van onze belichtingsmeter.
Maar hoe werkt dit nu met een flitser en TTL?
Hoe gaat dit nu in zijn werk wanneer we onze systeemflitser op de camera plaatsen en laten we zeggen een portretfoto gaan maken van tante Emma. We plaatsen tante Emma in haar woonkamer op een stoel voor de trots van haar woonkamer, de antieke notenhouten kast. Welke stappen vinden er nu allemaal plaats?
We hebben onze camera ingesteld op diafragmavoorkeuze F5.6 en onze reportageflitser op iTTL.
1- We richten onze camera op tante Emma en drukken de ontspanknop half in. De camera stelt scherp en de lichtmeter doet zijn werk en kiest een sluitertijd 1/30.
2- We houden de ontspanknop half ingedrukt en maken een nieuwe compositie met tante Emma een beetje rechts in beeld naast de prachtige met centraal op de achtergrond de prachtige kast.
3- We drukken de ontspanknop helemaal in. De flitser geeft een voorflits en het lichtmeetsysteem in de camera meet het gereflecteerde licht en bepaald in combinatie met de overige gegevens de benodigde hoeveelheid flitslicht. De sluiter gaat open, de flitser gaat af en de sluiter gaat dicht.
4- Opname gemaakt.
Het probleem dat zich nu voordoet is het feit dat het lichtmeetsysteem dat het gereflecteerde licht van de voorflits meet en analyseert, zich geheel baseert op het midden van het beeld. In ons geval dus de donkere kast i.p.v. onze tante Emma in haar zomerse jurk. Het probleem is dus dat de flitser teveel licht zal afgeven.
Hier komt FV-lock oftewel Flash Value Lock van pas. FV-lock is een onderdeel van het Nikon CLS (Creative Lighting System). De functie FV-lock kun je via een menu-keuze toewijzen aan een functieknop op je camera, lees hiervoor de handleiding van jou camera.
Wanneer je de functie FV-lock toepast, vuurt je flitser de voorflits af en berekent via het lichtmeetsysteem de gereflecteerde hoeveelheid licht. Deze waarde wordt vastgehouden totdat je de camera uitzet, de lichtmeter na een bepaalde tijd uitschakelt of totdat je wederom op de knop voor FV-lock duwt.
Hoe werkt dit in de praktijk?
Uitgaande van de zelfde situatie, richten we onze camera op tante Emma, stellen scherp en drukken op de FV-lock knop. We krijgen nu de voorflits en het resultaat wordt door het lichtmeetsysteem vastgelegd.
Vervolgens gaan we op de gewone manier verder met onze opname. We richten onze camera op tante Emma, drukken de ontspanknop half in waarbij we scherpstellen en een lichtmeting uitvoeren. Vervolgens maken we onze compositie en drukken de ontspanknop helemaal in en maken de opname.
Als resultaat hebben we nu een goed belichte opname met een flits hoeveelheid afgestemd op een goede belichting van tante Emma.
Kortom door het gebruik van de functie FV-lock kun je dus met iTTL flitsen een consistent resultaat krijgen in een serie opnames ongeacht of je in- of uitzoomt, een andere compositie maakt et cetera, zolang je maar niets verandert aan de afstand van jou (cq. de flitser) t.o.v. het onderwerp.
Belangrijk om te weten is dat de gemeten waarde door de functie FV-lock gestopt wordt wanneer de ingebouwde lichtmeter in standby gaat. De tijdsduur voor de standby stand kun je in het menu instellen. Wanneer je dus van de FV-Lock gebruikt maakt, bijvoorbeeld bij een portret serie of een serie opnames van een groep mensen is het verstandig om de tijdsduur voor het inschakelen van de standby stand iets langer te zetten (vergeet deze echter niet terug te zetten naar een kortere tijd, dat spaart de accu).
Dat was de tip voor deze keer over de FV-lock functie van het Nikon CLS systeem.
Ik hoop dat je het interessant vond en misschien tot de volgende keer.
Groetjes,
Peter
woensdag 13 juli 2011
TTL flitsen - Welke stappen worden er allemaal genomen?
TTL staat voor "Through The Lens" of in goed Nederlands DDL "Door De Lens". De term heeft betrekking op de lichtmeting bij flitsfotografie en wil zeggen dat de hoeveelheid flitslicht wordt gemeten door de lens van de spiegelreflex. Bij Nikon is het iTTL bij Canon eTTL.
Binnen dit artikel ga ik uit van de werking van iTTL bij Nikon.
Van belang om te weten bij iTTL van Nikon is dat het lichtmeetsysteem van de flitser volledig is losgekoppeld van het lichtmeetsysteem van je camera. Hoewel ze beiden de zelfde sensor in de camera gebruiken, werken beide systemen geheel onafhankelijk van elkaar. Bij het iTTL-BL meetsysteem van Nikon zijn beide meetsystemen wel actief gekoppeld, in dit artikel wil ik mij echter beperken tot iTTL.
Wat gebeurt er nu allemaal wanneer je een flitsopname maakt met je flitser in iTTL mode?
Laten we uitgaan van de situatie dat we binnen fotograferen, we hebben een ISO-waarde 400 ingesteld en het diafragma staat op F5.6 en de camera staat op diafragma voorkeuze (A).
Flitser op de camera:
1) De flitser geeft een preflash
2) Het flits lichtmeetsysteem meet het gereflecteerde licht in het midden van het beeld en berekent op basis van de gegevens het output vermogen voor de hoofdflits
3) Het berekende vermogen wordt nu nog eventueel gecorrigeerd met ingevoerde correctie voor het flitsvermogen (FEC), hetzij op de flitser zelf hetzij op de camera. Bij de correctie wordt meegenomen de EC (Exposure Correction) correctie op de camera, de FEC (Flash Exposure Correction) op de camera en FEC op de flitser zelf.
4) De sluiter opent, de flitser vuurt het berekende vermogen en de sluiter sluit.
De opname is gemaakt!
Naast het plaatsen van de flitser op de camera in de zogenaamde "hotshoe", kunnen we onze Nikon flitser ook los van de camera aansturen. De iTTL informatie wordt hierbij onderling gecommuniceerd via infrarood. Binnen Nikon maken we dan gebruik van het zogenaamde CLS systeem. CLS staat voor "Creative Lighting System". Je zult begrijpen dat er binnen deze wijze van communiceren een hoop extra moet gebeuren.
Binnen dit systeem heb je een commander en remote flitsers. De "commander" kan de opklapflitser zijn van je camera, maar ook bijvoorbeeld een SB-900 of een speciale infrarood commander unit van Nikon de SU-800.
De stappen bij draadloos remote flitsen via infrarood.
1) De commander vuurt een preflash af met de opdracht voor iedere remote flitser om een preflash te geven.
2) Iedere remote groep zal om de beurt een preflash afvuren. Wanneer in een groep meerdere flitsers zitten zullen deze gelijktijdig de preflash afvuren.
3) Het iTTL meetsysteem verwerkt nu de informatie van iedere groep over het gereflecteerde licht individueel en stuurt meteen naar de groep de instelling voor het vermogen. Dit is direct ook een zwak punt binnen het systeem. Er wordt namelijk geen rekening gehouden met het licht van een eventuele andere groep flitsers waarvan het licht mogelijk op dezelfde plaats binnen het onderwerp terechtkomt. Standaard wordt er door het systeem per groep wel een onderbelichting toegepast. Dit is waarschijnlijk om dit probleem te omzeilen. Ook de commander unit krijgt instellingen voor het toe te passen flitsvermogen ingeval deze uiteraard een flitser heeft.
4) De sluiter gaat open
5) De commander stuurt weer een signaal uit voor alle groepen/flitsers om te flitsen op het ingestelde vermogen. De flitsers gaan af en de sluiter gaat dicht.
Opname gemaakt.
Je zult begrijpen dat hoe meer groepen je hebt en/of hoe meer flitsers je remote gaat aansturen hoe meer tijd de preflash sequentie en de communicatie in beslag gaat nemen. Je zult hier dus rekening mee moeten houden bij het fotograferen op deze wijze van snel bewegende onderwerpen zoals sport.
Goed dit was een klein stukje over de opbouw van iTTL communicatie bij Nikon flitsers.
Bedankt voor het lezen en tot de volgende keer.
Binnen dit artikel ga ik uit van de werking van iTTL bij Nikon.
Van belang om te weten bij iTTL van Nikon is dat het lichtmeetsysteem van de flitser volledig is losgekoppeld van het lichtmeetsysteem van je camera. Hoewel ze beiden de zelfde sensor in de camera gebruiken, werken beide systemen geheel onafhankelijk van elkaar. Bij het iTTL-BL meetsysteem van Nikon zijn beide meetsystemen wel actief gekoppeld, in dit artikel wil ik mij echter beperken tot iTTL.
Wat gebeurt er nu allemaal wanneer je een flitsopname maakt met je flitser in iTTL mode?
Laten we uitgaan van de situatie dat we binnen fotograferen, we hebben een ISO-waarde 400 ingesteld en het diafragma staat op F5.6 en de camera staat op diafragma voorkeuze (A).
Flitser op de camera:
1) De flitser geeft een preflash
2) Het flits lichtmeetsysteem meet het gereflecteerde licht in het midden van het beeld en berekent op basis van de gegevens het output vermogen voor de hoofdflits
3) Het berekende vermogen wordt nu nog eventueel gecorrigeerd met ingevoerde correctie voor het flitsvermogen (FEC), hetzij op de flitser zelf hetzij op de camera. Bij de correctie wordt meegenomen de EC (Exposure Correction) correctie op de camera, de FEC (Flash Exposure Correction) op de camera en FEC op de flitser zelf.
4) De sluiter opent, de flitser vuurt het berekende vermogen en de sluiter sluit.
De opname is gemaakt!
Naast het plaatsen van de flitser op de camera in de zogenaamde "hotshoe", kunnen we onze Nikon flitser ook los van de camera aansturen. De iTTL informatie wordt hierbij onderling gecommuniceerd via infrarood. Binnen Nikon maken we dan gebruik van het zogenaamde CLS systeem. CLS staat voor "Creative Lighting System". Je zult begrijpen dat er binnen deze wijze van communiceren een hoop extra moet gebeuren.
Binnen dit systeem heb je een commander en remote flitsers. De "commander" kan de opklapflitser zijn van je camera, maar ook bijvoorbeeld een SB-900 of een speciale infrarood commander unit van Nikon de SU-800.
De stappen bij draadloos remote flitsen via infrarood.
1) De commander vuurt een preflash af met de opdracht voor iedere remote flitser om een preflash te geven.
2) Iedere remote groep zal om de beurt een preflash afvuren. Wanneer in een groep meerdere flitsers zitten zullen deze gelijktijdig de preflash afvuren.
3) Het iTTL meetsysteem verwerkt nu de informatie van iedere groep over het gereflecteerde licht individueel en stuurt meteen naar de groep de instelling voor het vermogen. Dit is direct ook een zwak punt binnen het systeem. Er wordt namelijk geen rekening gehouden met het licht van een eventuele andere groep flitsers waarvan het licht mogelijk op dezelfde plaats binnen het onderwerp terechtkomt. Standaard wordt er door het systeem per groep wel een onderbelichting toegepast. Dit is waarschijnlijk om dit probleem te omzeilen. Ook de commander unit krijgt instellingen voor het toe te passen flitsvermogen ingeval deze uiteraard een flitser heeft.
4) De sluiter gaat open
5) De commander stuurt weer een signaal uit voor alle groepen/flitsers om te flitsen op het ingestelde vermogen. De flitsers gaan af en de sluiter gaat dicht.
Opname gemaakt.
Je zult begrijpen dat hoe meer groepen je hebt en/of hoe meer flitsers je remote gaat aansturen hoe meer tijd de preflash sequentie en de communicatie in beslag gaat nemen. Je zult hier dus rekening mee moeten houden bij het fotograferen op deze wijze van snel bewegende onderwerpen zoals sport.
Goed dit was een klein stukje over de opbouw van iTTL communicatie bij Nikon flitsers.
Bedankt voor het lezen en tot de volgende keer.
maandag 11 juli 2011
Modellendag FK-Geleen
Gisteren heb ik meegedaan aan de jaarlijkse modellendag van FK-Geleen. De modellendag vond dit jaar plaats in de tuinen van Mono Verde in Landgraaf. Deze modellendag wordt jaarlijks georganiseerd door een aantal leden van deze fotoclub, waarbij ieder jaar wordt gekozen voor een andere locatie. De opkomst was erg goed, er waren dertien leden van de fotokring en 12 modellen aanwezig.
Ik heb deze dag samengewerkt met Theo van Mourik. We wilden beide gebruik maken van de diverse strobisttechnieken dus was dit eigenlijk wel een logische keuze, daarnaast zitten Theo en ik v.w.b. fotografie wel redelijk op een zelfde golflengte met toch wel ieder duidelijk een eigen insteek en benadering van het onderwerp/model.
Nu is mijn gevoel bij modellendagen nooit erg geweldig.
Ik vind het een hele klus om tijdens zo'n dag tot geweldige resultaten te komen. Vaak komen dit soort dagen neer op het maken van een aantal mooie plaatjes van mooie modellen/meisjes (hoewel ik wederom tot de conclusie ben gekomen dat mooi wel een heel relatief begrip is) op een mooie locatie.
Door de tijdsdruk kun je niet echt aan een doordacht concept werken.
Zowel fotograaf als model moeten gedurende zo'n dag topprestaties leveren. In een tijdsbestek van pakweg 1½ uur moet je 1)elkaar leren kennen, 2) een geschikte plek binnen de locatie vinden, 3) een beeld verzinnen dat je samen wilt neerzetten en 4) tot het gewenste beeld komen in het eindresultaat. En dan heb ik het nog niet over het kiezen van de juiste kleding en props.
Kortom een topprestatie op hoog niveau, waarbij de kans van slagen op voorhand al redelijk klein is. Maar toch!
Theo en ik hadden het geluk dat we als eerste binnen het restaurant van Mondo Verde al snel de keuze hadden gemaakt om daar te beginnen. Er was mooi licht aanwezig, mooie kleuren in de wanden en de galerij van pilaren vormde een mooi decor voor de achtergrond. Samen met de modellen Yolanda en Chantal hebben we getracht om binnen dit decor een gevoel van verlatenheid, desolaatheid neer te zetten. Eerst op een bankje langs de muur en in een tweede shoot aan een tafeltje in het restaurant waarbij we getracht hebben het beeld te vormen van een meisje dat al veel te lang op haar afspraak zit te wachten. Komt hij wel of komt hij niet?
Dit is een voorbeeld van de eerste shoot met model Chantal op het bankje in de galerij.
Voor de techneuten de strobistinfo. Op het model heb ik één enkele flitser (Yongnuo) geplaats in een softbos 40x40 cm zonder diffusiemateriaal. Ik heb dus gebruikt gemaakt van de reflectie in de softbox om het karakter van de flitser aan te passen. Ik heb gekozen voor één van de klassieke belichtingsstijlen namelijk "Rembrandt licht". De achtergrond heb ik 1½ stop onderbelicht.
Dit is dan ook eigenlijk mijn tip die ik wil meegeven. Wanneer je het pad opgaat van modelfotografie. Werk dan naar een moment toe waarop je niet langer meer genoegen neemt met "gewoon" maar fotograferen van leuke mooie (jonge) modellen, maar bedenk eventueel samen met je model een concept of een idee dat je wilt uitbeelden. Zoek daar de juiste locatie en props bij en ga samen werken aan het eindresultaat. Je zult zien dat dit je veel meer voldoening zal gaan geven dan gewoon het zoveelste plaatje van een knap gezicht.
OK, dat was het voor deze keer,
See you next time.
Ik heb deze dag samengewerkt met Theo van Mourik. We wilden beide gebruik maken van de diverse strobisttechnieken dus was dit eigenlijk wel een logische keuze, daarnaast zitten Theo en ik v.w.b. fotografie wel redelijk op een zelfde golflengte met toch wel ieder duidelijk een eigen insteek en benadering van het onderwerp/model.
Nu is mijn gevoel bij modellendagen nooit erg geweldig.
Ik vind het een hele klus om tijdens zo'n dag tot geweldige resultaten te komen. Vaak komen dit soort dagen neer op het maken van een aantal mooie plaatjes van mooie modellen/meisjes (hoewel ik wederom tot de conclusie ben gekomen dat mooi wel een heel relatief begrip is) op een mooie locatie.
Door de tijdsdruk kun je niet echt aan een doordacht concept werken.
Zowel fotograaf als model moeten gedurende zo'n dag topprestaties leveren. In een tijdsbestek van pakweg 1½ uur moet je 1)elkaar leren kennen, 2) een geschikte plek binnen de locatie vinden, 3) een beeld verzinnen dat je samen wilt neerzetten en 4) tot het gewenste beeld komen in het eindresultaat. En dan heb ik het nog niet over het kiezen van de juiste kleding en props.
Kortom een topprestatie op hoog niveau, waarbij de kans van slagen op voorhand al redelijk klein is. Maar toch!
Theo en ik hadden het geluk dat we als eerste binnen het restaurant van Mondo Verde al snel de keuze hadden gemaakt om daar te beginnen. Er was mooi licht aanwezig, mooie kleuren in de wanden en de galerij van pilaren vormde een mooi decor voor de achtergrond. Samen met de modellen Yolanda en Chantal hebben we getracht om binnen dit decor een gevoel van verlatenheid, desolaatheid neer te zetten. Eerst op een bankje langs de muur en in een tweede shoot aan een tafeltje in het restaurant waarbij we getracht hebben het beeld te vormen van een meisje dat al veel te lang op haar afspraak zit te wachten. Komt hij wel of komt hij niet?
Dit is een voorbeeld van de eerste shoot met model Chantal op het bankje in de galerij.
Voor de techneuten de strobistinfo. Op het model heb ik één enkele flitser (Yongnuo) geplaats in een softbos 40x40 cm zonder diffusiemateriaal. Ik heb dus gebruikt gemaakt van de reflectie in de softbox om het karakter van de flitser aan te passen. Ik heb gekozen voor één van de klassieke belichtingsstijlen namelijk "Rembrandt licht". De achtergrond heb ik 1½ stop onderbelicht.
Dit is dan ook eigenlijk mijn tip die ik wil meegeven. Wanneer je het pad opgaat van modelfotografie. Werk dan naar een moment toe waarop je niet langer meer genoegen neemt met "gewoon" maar fotograferen van leuke mooie (jonge) modellen, maar bedenk eventueel samen met je model een concept of een idee dat je wilt uitbeelden. Zoek daar de juiste locatie en props bij en ga samen werken aan het eindresultaat. Je zult zien dat dit je veel meer voldoening zal gaan geven dan gewoon het zoveelste plaatje van een knap gezicht.
OK, dat was het voor deze keer,
See you next time.
woensdag 6 juli 2011
Compositieregel - De Diagonaal Methode
Binnen de fotografie zijn er een aantal regels met betrekking tot compositie die we regelmatig horen. Zo hebben we allemaal wel eens gehoord van de "Regel van Derden", "De Gulden Snede", "Invoerende Diagonalen" et cetera.
Een compositie regel die bij velen niet zo bekend is, maar toch van groot belang kan zijn is "De Diagonaal Methode", niet te verwarren met de regel van Invoerende Diagonalen.
De Diagonaal Methode is ontdekt door Edwin Westhoff. Op zijn website www.diagonaalmethode.nl kun je zeer uitgebreid lezen hoe hij tijdens zijn onderzoek deze compositie methode heeft ontdekt. Ook zijn er talloze voorbeelden te zien binnen de reclamewereld, fotografie maar ook bijvoorbeeld de schilderkunst waar deze compositie methode bewust of onbewust is toegepast.
De technische kant van deze methode is vrij simpel uit te leggen: vanuit elke hoek van een rechthoekig of vierkant tweedimensionaal werkstuk (zoals een foto of een schilderij) kunnen we de bissectrice of deellijn tekenen. Dit is de lijn die de hoek van 90 graden verdeelt in twee gelijke delen van 45 graden. Deze lijnen zijn tegelijkertijd de meetkundige diagonalen (vandaar de naam "Diagonaal Methode") van de twee vierkanten die elkaar overlappen in een rechthoek.
Uit het onderzoek bleek dat kunstenaars en fotografen details die zij belangrijk vonden/vinden, zoals ogen, op deze Diagonalen plaatsten, met een afwijking van max. 1 á 1,5 mm op A4 formaat.
Kunstenaars, maar ook bekijkers van kunstwerken, volgen blijkbaar deze bissectrices of Diagonalen, zodat details op deze posities, onmiddellijk opvallen.
Bij de Diagonaal Methode gaat het dus om het plaatsen op de lijnen van details, die om wat voor reden dan ook belangrijk zijn in een opname. Deze methode is dus ook een subjectieve methode.
De Diagonaal Methode is goed toepasbaar binnen de fotografie aangezien het kleinbeeld formaat een verhouding heeft van 2:3. Binnen deze rechthoek kun je twee vierkanten tekenen die elkaar overlappen (zie bovenstaande figuur).
Edwin ontdekte dat kunstenaars zoals Rembrandt en beroemde fotografen, maar ook amateurfotografen, vaak details op de diagonalen plaatsten van deze overlappende vierkanten.
Elke positie op de Diagonalen is mogelijk om details op te plaatsen. In deze figuur zien we dergelijke mogelijke posities, aangegeven door de kleine cirkels op de Diagonalen.
De Diagonaal Methode begint langzaam maar zeker een steeds belangrijkere rol in te nemen bij de compositie van een beeld binnen de fotografie. Inmiddels is in Lightroom standaard een overlay bij het "croptool" ingebouwd om bij het maken van een uitsnede van een opname rekening te kunnen houden met deze Diagonaal Methode.
Wil je meer weten over de Diagonaal Methode bezoek dan zeker de website van Edwin Westhoff, hier vindt je uitgebreide informatie en voorbeelden.
www.dediagonaalmethode.nl
Bekijk je foto's nog eens kritisch met de Diagonaal Methode in je achterhoofd (of gebruik de overlay in Lightroom). Misschien pas je deze methode al onbewust toe, of misschien zie je dan mogelijkheden om door deze methode je foto's nog krachtiger te maken.
OK, dat was het weer voor deze keer.
See you next time.
Een compositie regel die bij velen niet zo bekend is, maar toch van groot belang kan zijn is "De Diagonaal Methode", niet te verwarren met de regel van Invoerende Diagonalen.
De Diagonaal Methode is ontdekt door Edwin Westhoff. Op zijn website www.diagonaalmethode.nl kun je zeer uitgebreid lezen hoe hij tijdens zijn onderzoek deze compositie methode heeft ontdekt. Ook zijn er talloze voorbeelden te zien binnen de reclamewereld, fotografie maar ook bijvoorbeeld de schilderkunst waar deze compositie methode bewust of onbewust is toegepast.
De technische kant van deze methode is vrij simpel uit te leggen: vanuit elke hoek van een rechthoekig of vierkant tweedimensionaal werkstuk (zoals een foto of een schilderij) kunnen we de bissectrice of deellijn tekenen. Dit is de lijn die de hoek van 90 graden verdeelt in twee gelijke delen van 45 graden. Deze lijnen zijn tegelijkertijd de meetkundige diagonalen (vandaar de naam "Diagonaal Methode") van de twee vierkanten die elkaar overlappen in een rechthoek.
Uit het onderzoek bleek dat kunstenaars en fotografen details die zij belangrijk vonden/vinden, zoals ogen, op deze Diagonalen plaatsten, met een afwijking van max. 1 á 1,5 mm op A4 formaat.
Kunstenaars, maar ook bekijkers van kunstwerken, volgen blijkbaar deze bissectrices of Diagonalen, zodat details op deze posities, onmiddellijk opvallen.
Bij de Diagonaal Methode gaat het dus om het plaatsen op de lijnen van details, die om wat voor reden dan ook belangrijk zijn in een opname. Deze methode is dus ook een subjectieve methode.
De Diagonaal Methode is goed toepasbaar binnen de fotografie aangezien het kleinbeeld formaat een verhouding heeft van 2:3. Binnen deze rechthoek kun je twee vierkanten tekenen die elkaar overlappen (zie bovenstaande figuur).
Edwin ontdekte dat kunstenaars zoals Rembrandt en beroemde fotografen, maar ook amateurfotografen, vaak details op de diagonalen plaatsten van deze overlappende vierkanten.
Elke positie op de Diagonalen is mogelijk om details op te plaatsen. In deze figuur zien we dergelijke mogelijke posities, aangegeven door de kleine cirkels op de Diagonalen.
De Diagonaal Methode begint langzaam maar zeker een steeds belangrijkere rol in te nemen bij de compositie van een beeld binnen de fotografie. Inmiddels is in Lightroom standaard een overlay bij het "croptool" ingebouwd om bij het maken van een uitsnede van een opname rekening te kunnen houden met deze Diagonaal Methode.
Wil je meer weten over de Diagonaal Methode bezoek dan zeker de website van Edwin Westhoff, hier vindt je uitgebreide informatie en voorbeelden.
www.dediagonaalmethode.nl
Bekijk je foto's nog eens kritisch met de Diagonaal Methode in je achterhoofd (of gebruik de overlay in Lightroom). Misschien pas je deze methode al onbewust toe, of misschien zie je dan mogelijkheden om door deze methode je foto's nog krachtiger te maken.
OK, dat was het weer voor deze keer.
See you next time.
zondag 3 juli 2011
Het Dynamisch Bereik
Wanneer je begint met fotografie zul je al heel snel ervaren dat het eindresultaat, de foto op je beeldscherm of de afdruk, er heel anders uitziet dan zoals jij de situatie hebt gezien toen je de foto maakte. Bij een opname van je vriendin met tegenlicht heb je plotseling een silhouet terwijl jij toch echt wel details zag. Het zonovergoten landschap met een mooie lucht verandert in een landschap met een witte bovenkant. Kortom, als fotograaf registreer je de omgeving waarin je bent heel anders dan de chip van je "dure" nieuwe camera.
Hiervoor zijn twee oorzaken te noemen
- De eerste reden is het feit dat je camera zijn uiterste best zal doen om de ideale belichting voor de scene te berekenen. Er wordt gekozen voor de combinatie van diafragma en sluitertijd (met een bepaalde ISO waarde als uitganspunt) voor de gegeven situatie. Het probleem hierbij is dat alle intelligentie die in je camera zit, ontwikkeld is met als uitgangspunt een gemiddelde situatie. Je vriendin met tegenlicht of het landschap met een felle lucht is echter geen gemiddelde situatie.
- De tweede reden voor het feit dat je foto er niet zo uiziet als je had verwacht is het feit dat jij als persoon de omgeving geheel anders waarneemt dan je camera. Daar waar jij een mooi landschap ziet met een enigszins bewolkte maar wel lichte lucht, ziet je camera een mooie lucht met een te donker landschap of een mooi landschap met een uitgevreten lucht.
De belichting corrigeren biedt hier geen oplossing aangezien dat altijd ten koste gaat van een ander deel van de opname.
Het probleem is hier dat het Dynamisch Bereik groter is dan het bereik dat de camera kan registreren. Eenvoudig gezegd is het dynamisch bereik de verhoudng tussen de donkerste en de lichtste tonen in de opname. Deze verhouding wordt uitgedrukt in EV (Exposure Value). Deze EV verwijst naar combinaties van diafragma en sluitertijd bij een gegeven ISO-waarde die een zelfde belichting opleveren. Andere termen die hierbij gebruikt worden zijn f-stop en contrastverhouding.
De ontwikkeling van digitale camera's heeft de laatste jaren gigantische sprongen gemaakt. Ook op het gebied van het dynamisch bereik is er een zeer grote verbetering bereikt. Echter vergeleken met de mogelijkheden van het menselijk oog is er nog een lange weg te gaan, maar er is hoop aangezien dit bovenaan de lijst staat van de ontwikkelaars van alle grote merken.
Wanneer wj als mens een scene waarnemen zien we deze met een dynamisch bereik van 10 tot 14 EV. Houden we dan ook nog rekening met het feit dat het menselijk oog instaat is zich aan verschillende helderheidsniveaus aan te passen, hebben we al snel een bereik van 24 EV. Digitale camera's daarentegen hebben een bereik, afhankelijk van merk/model, van 5 tot 9 EV (f-stops). Wanneer onze scene dus 9 of meer EV omvat is er geen enkele mogelijkheid om deze met onze camera zondermeer te registreren. We zullen moeten uitwijken naar alternatieven. Wil je de opname toch maken zonder een alternatief te overwegen zul je moeten kiezen voor een belichting op basis van de schaduwen of voor een belichting op basis van de hoge lichten. De ene gaat altijd ten koste van de ander.
Welke alternatieven hebben we ter beschikking?
Op de eerste plaats kunnen we kiezen om te wachten. Te wachten totdat de lichtomstamdigheden zijn gewijzigd zodat het dynamisch bereik binnen het bereik van de camera valt. Je kunt wachten of een andere keer terugkomen. Helaas is dit soms geen optie. Ingeval van het mooie landschap betekend dit wachten tot de verhouding van landschap (voorgrond) en lucht binnen het dynamisch bereik van je camera valt.
Een andere optie die je hebt is het gebruik van een zogenaamd Neutral Density (ND) filter met een verloop. Dit filter heeft een verloop van donker naar transparant zodat je delen van de scene donkerder kunt maken. Deze filters (o.a.Cokin) kunnen een scene met een waarde van 1-3 EV donkerder maken. Veelal worden ze toegepast bij landschapsfotografie aangezien hierbij vaak de lucht helderder is dan de voorgrond. Uiteraard zijn ze ook in andere vormen van fotografie toepasbaar, denk aan een model in het park met een heldere lucht. Het nadeel van het gebruik van dit flter is dat het verloop en de scheidng licht/donker vast ligt. Daarom is de toepassing bij landschapsfotografie voor de hand liggend aangezien de scheiding lucht/voorgrond ook redelijk strak vast ligt.
Als laatste alternatief kun je gebruik maken van HDR (High Dynamic Range) fotografie. HDR is een samenspel van opnametechniek en postprocessing met als resultaat een goede opname van een scene met een hoog dynamisch bereik. In het kort bestaat deze techniek uit het maken van een aantal opnames van de scene met verschillende belichtingen zodat het gehele dynamisch bereik van de scene correct wordt vastgelegd. In postprocessing met bijvoorbeeld Photoshop en/of Photomatrix worden deze verschillende opnamen samengevoegd tot een boeiende opname met daarin het gehele dynamisch bereik.
In een volgende blog zal ik verder ingaan op deze boeiende HDR techniek en de bijbehorende tools zoals Photomatrix.
Dit was het voor deze keer.
See you next time.
Hiervoor zijn twee oorzaken te noemen
- De eerste reden is het feit dat je camera zijn uiterste best zal doen om de ideale belichting voor de scene te berekenen. Er wordt gekozen voor de combinatie van diafragma en sluitertijd (met een bepaalde ISO waarde als uitganspunt) voor de gegeven situatie. Het probleem hierbij is dat alle intelligentie die in je camera zit, ontwikkeld is met als uitgangspunt een gemiddelde situatie. Je vriendin met tegenlicht of het landschap met een felle lucht is echter geen gemiddelde situatie.
- De tweede reden voor het feit dat je foto er niet zo uiziet als je had verwacht is het feit dat jij als persoon de omgeving geheel anders waarneemt dan je camera. Daar waar jij een mooi landschap ziet met een enigszins bewolkte maar wel lichte lucht, ziet je camera een mooie lucht met een te donker landschap of een mooi landschap met een uitgevreten lucht.
De belichting corrigeren biedt hier geen oplossing aangezien dat altijd ten koste gaat van een ander deel van de opname.
Het probleem is hier dat het Dynamisch Bereik groter is dan het bereik dat de camera kan registreren. Eenvoudig gezegd is het dynamisch bereik de verhoudng tussen de donkerste en de lichtste tonen in de opname. Deze verhouding wordt uitgedrukt in EV (Exposure Value). Deze EV verwijst naar combinaties van diafragma en sluitertijd bij een gegeven ISO-waarde die een zelfde belichting opleveren. Andere termen die hierbij gebruikt worden zijn f-stop en contrastverhouding.
De ontwikkeling van digitale camera's heeft de laatste jaren gigantische sprongen gemaakt. Ook op het gebied van het dynamisch bereik is er een zeer grote verbetering bereikt. Echter vergeleken met de mogelijkheden van het menselijk oog is er nog een lange weg te gaan, maar er is hoop aangezien dit bovenaan de lijst staat van de ontwikkelaars van alle grote merken.
Wanneer wj als mens een scene waarnemen zien we deze met een dynamisch bereik van 10 tot 14 EV. Houden we dan ook nog rekening met het feit dat het menselijk oog instaat is zich aan verschillende helderheidsniveaus aan te passen, hebben we al snel een bereik van 24 EV. Digitale camera's daarentegen hebben een bereik, afhankelijk van merk/model, van 5 tot 9 EV (f-stops). Wanneer onze scene dus 9 of meer EV omvat is er geen enkele mogelijkheid om deze met onze camera zondermeer te registreren. We zullen moeten uitwijken naar alternatieven. Wil je de opname toch maken zonder een alternatief te overwegen zul je moeten kiezen voor een belichting op basis van de schaduwen of voor een belichting op basis van de hoge lichten. De ene gaat altijd ten koste van de ander.
Welke alternatieven hebben we ter beschikking?
Op de eerste plaats kunnen we kiezen om te wachten. Te wachten totdat de lichtomstamdigheden zijn gewijzigd zodat het dynamisch bereik binnen het bereik van de camera valt. Je kunt wachten of een andere keer terugkomen. Helaas is dit soms geen optie. Ingeval van het mooie landschap betekend dit wachten tot de verhouding van landschap (voorgrond) en lucht binnen het dynamisch bereik van je camera valt.
Een andere optie die je hebt is het gebruik van een zogenaamd Neutral Density (ND) filter met een verloop. Dit filter heeft een verloop van donker naar transparant zodat je delen van de scene donkerder kunt maken. Deze filters (o.a.Cokin) kunnen een scene met een waarde van 1-3 EV donkerder maken. Veelal worden ze toegepast bij landschapsfotografie aangezien hierbij vaak de lucht helderder is dan de voorgrond. Uiteraard zijn ze ook in andere vormen van fotografie toepasbaar, denk aan een model in het park met een heldere lucht. Het nadeel van het gebruik van dit flter is dat het verloop en de scheidng licht/donker vast ligt. Daarom is de toepassing bij landschapsfotografie voor de hand liggend aangezien de scheiding lucht/voorgrond ook redelijk strak vast ligt.
Als laatste alternatief kun je gebruik maken van HDR (High Dynamic Range) fotografie. HDR is een samenspel van opnametechniek en postprocessing met als resultaat een goede opname van een scene met een hoog dynamisch bereik. In het kort bestaat deze techniek uit het maken van een aantal opnames van de scene met verschillende belichtingen zodat het gehele dynamisch bereik van de scene correct wordt vastgelegd. In postprocessing met bijvoorbeeld Photoshop en/of Photomatrix worden deze verschillende opnamen samengevoegd tot een boeiende opname met daarin het gehele dynamisch bereik.
In een volgende blog zal ik verder ingaan op deze boeiende HDR techniek en de bijbehorende tools zoals Photomatrix.
Dit was het voor deze keer.
See you next time.
Labels:
algemeen,
fotografie,
HDR,
opnametechniek,
techniek
Abonneren op:
Posts (Atom)